Nieuws

Sturen met grondstoffen

Gepubliceerd op
16 oktober 2017

De KringloopWijzer is de jaarlijkse mineralenboekhouding van uw bedrijf. Het verminderen van de voeraankopen met behoud van melkproductie levert nog altijd de meeste winst op voor zowel milieu, als portemonnee. Bepaal dan ook het juiste 'kringloop'-brokje voor je bedrijf.

Op bijlage 2A van de KringloopWijzer (VEE – RESULTAAT rantsoen) vind je het overzicht "voeding veestapel". Een van de belangrijkste overzichten binnen de KringloopWijzer. Hier zie je direct hoe het rantsoen is samengesteld en hoe er gescoord wordt. Het RuwEiwit (RE) gehalte in het totale rantsoen zou in elk geval onder de 160 moeten liggen en het liefst rond de 150. Het aandeel fosfor in het rantsoen heeft een directe relatie met de hoeveelheid eiwit. Idealiter moet het fosforgehalte van het totale rantsoen zo rond de 3,5 – 3,6 liggen. Hoe hoger het eiwitgehalte van het voedermiddel, hoe hoger het fosforgehalte.
Echter bij een aantal voedermiddelen zijn opmerkelijke verschillen in fosforgehaltes bij een min of meer gelijk Ruw Eiwit. Zo bevat sojaschroot meer eiwit per gram fosfor dan raapschroot; soja is dus gunstiger dan raap. In het lijstje voedermiddelen in de tabel is te zien dat het gehalte fors kan verschillen bij vergelijkbare ruw eiwit gehaltes. Kortom hier valt wat te sturen.

tab145.PNG

Een kringloop-brokje

Met de KringloopWijzer hebben veehouders een tool in handen waarmee ze hun rantsoen in beeld brengen en de optelsom van voeders over het jaar kunnen maken. Ook geeft het inzicht in de kwaliteit van het eigen gras en mais. Veel melkveehouders voeren inmiddels al een speciale "kringloop brok". Een brok met minder fosfor per kilo VEM en per kilo eiwit. Als deze brok meer geld kost, moeten de meerkosten afgezet worden tegen de besparing op mestafzet of de winst met extra mestaanvoer. Het is echter de kunst om een fosforarm rantsoen ook goedkoop te houden. Daarom kan het zinvol zijn om zelf met enkelvoudige grondstoffen te sturen. 

Drie silo’s

Maar om zelf beter te sturen op een optimaal rantsoen zijn drie voersilo's op een melkveebedrijf wenselijk. Eén voor de productiebrok, één voor eiwit en één voor een energiecomponent. De keuze hangt af van wat voor soort energie en wat voor soort eiwit er aangevuld moet worden? Snel of traag eiwit? Of snelle of trage energie?

Eigen ruwvoer nog bepalender

Het draait vanzelfsprekend altijd om de samenstelling en gehaltes van het totale rantsoen. Hier is de aandacht besteed aan de aankoop van voer, maar de eerste winst wordt natuurlijk behaald uit het eigen ruwvoer. Dat is op de meeste bedrijven nog altijd 60 tot 80% van het totale rantsoen.