Bouwstenen
Grasopname
Een hoge benutting van weidegras
Beweiden is gericht op een zo hoog mogelijke grasopname en -benutting door de koe. De grasvoorraad (het aanbod) in de wei en de bijvoeding spelen daarbij de belangrijkste rol. Daarbij draait het niet alleen om de hoeveelheid, maar ook om de kwaliteit van stalvoer en vers gras, en hun onderlinge afstemming. Daarnaast is geen koe of veestapel gelijk. De grasopname hangt daarom ook af van de behoefte en het graasgedrag van de koe.
Grasvoorraad
Optimaal beheren van de grasvoorraad
Een hoge grasopname staat of valt met de hoeveelheid en kwaliteit van de grasvoorraad in de weide. De voorraad neemt af met de hoeveelheid gras die de koeien dagelijks opvreten en neemt toe met de hoeveelheid die bijgroeit. Bij omweiden draait het vooral om het beheren van de voorraad zodat over twee tot drie weken een nieuwe ‘weidesnede’ klaar staat op het beoogde perceel. Voor standweiden gaat het bovendien om de dagelijkse balans tussen opname en bijgroei op het ‘blok’ waar de koeien op dat moment grazen. Meer ‘Grip op Gras’ is noodzakelijk voor het kunnen managen van de grasvoorraad. Het kunnen meten en voorspellen van de grasgroei is daarbij een belangrijk aspect.
Grasgroei
Voorspellen van de grasgroei in de komende weken
De groeisnelheid van gras is een samenspel van management en omgevingsfactoren. Een belangrijk uitgangspunt is dat de hoogte, waarop het gras wordt afgegraasd, bepaalt hoe snel het weer bij kan groeien: “gras groeit uit gras”. Voor een optimale grasgroei is het van groot belang dat er voldoende groen bladoppervlak is om de zonnestraling te benutten, in combinatie met voldoende vocht en voedingsstoffen. De grasgroei is bovendien afhankelijk van veel andere factoren zoals de grondsoort, het grasbestand, neerslag en temperatuur.
Bodem
Zorgen voor optimale bodem voor groei en benutting van weidegras
De grasgroei en bodem zijn nauw verbonden. De bodem levert vocht en voedingsstoffen aan gras. Andersom zorgen de boven- en ondergrondse delen van gras voor een aanvoer van verse organische stof naar de bodem. Bovendien is de bodem de standplaats voor het gras en draagt de zode het grazende vee. Mest en urine van de koeien leveren weer voedingstoffen naar de bodem. Onder ongunstige omstandigheden kan weidend vee echter ook tot vertrapping en verdichting leiden.
Bijvoeding
Optimaal bijvoeden in dienst van hoge benutting weidegras
De bijvoeding van de hoeveelheid en soort ruwvoer en krachtvoer op stal kan zowel leidend als volgend zijn voor de grasopname in de weide. In principe zijn bijvoeding en weidegrasopname onderdeel van een samenhangend rantsoen. Indien de grasvoorraad in de weide te krap wordt, zal de veehouder de bijvoeding aanpassen. De gewenste soort bijvoeding wisselt in combinatie met de wisselende kwaliteit van het weidegras. Met een uitgekiende bijvoeding wordt de koe gestimuleerd om veel vers gras te vreten en dit goed te benutten.
Koegedrag
Gebruiken van het koegedrag voor een hoge benutting van weidegras
Weiden is een vorm van natuurlijk gedrag waarmee koeien vers weidegras opnemen. Het graasgedrag is deels genetisch bepaald, maar ook afhankelijk van de koppelgenoten. Van nature grazen koeien vooral in de ochtend en avond. Koeien zijn zogenaamde gemaksgrazers: hoe langer het gras, hoe meer ze vreten. Is er op stal een goed alternatief, dan krijgt dat al snel de voorkeur. Kennis van koegedrag is belangrijk bij het ontwerp van beweidingssystemen. Tegelijkertijd kan het koegedrag ook een signaal geven over de grasopname en -benutting.