Nieuws

Experimenteren met bufferstrook langs sloot

Gepubliceerd op
20 maart 2020

Op het bedrijf van Koeien & Kansen-deelnemer Mark Pijnenborg zijn vanaf 2000 metingen verricht door het RIVM naar het P-gehalte in de sloot. In de bemonsterde sloot zijn afgelopen jaren regelmatig P-gehalten aangetroffen die ver boven het streefgehalte liggen van 0,22 mg P/L. In zijn bedrijfswaterplan neemt Pijnenborg dan ook maatregelen om de afspoeling van fosfaat te beperken. Voor het derde jaar op rij legt hij een onbemeste bufferstrook van 2,5 meter langs de sloot.

Samen met onderzoekers van Wageningen University & Research heeft Pijnenborg deze praktijkproef aangelegd. Op vier percelen liggen nu bufferstroken waarmee hij rekening moet houden tijdens het bewerken van zijn land. Het doel van de proef is om na te gaan in hoeverre het in de praktijk uitvoerbaar is om een smalle bufferstrook aan te leggen op een intensief gebruikt grasland of bouwland naast een sloot. Vervolgens worden er metingen gedaan om het effect van een bufferstrook zonder fosfaatbemesting in beeld te brengen voor:

  1. Ontwikkeling van de bodem P-toestand
  2. Ontwikkeling van de grasopbrengst en kwaliteit
  3. Ontwikkeling van de fosfaatbelasting op de sloot.

Als laatste zal gekeken worden naar het effect op de kosten.

Nut van een bufferstrook

Bufferstroken ingetekend op vier percelen op het bedrijf van Pijnenborg - van Kempen.
Bufferstroken ingetekend op vier percelen op het bedrijf van Pijnenborg - van Kempen.

De groene zones (zie rode pijlen) geven bufferstroken weer op de 4 percelen van Pijnenborg. Deze strook dient in de eerste plaats om fosfaat uit- en afspoeling tegen te gaan. Dit betekent dat Pijnenborg een strook van een kleine 3 meter niet bemest met fosfaat. ‘’Voordat de loonwerker komt met de zodebemester sla ik piketpaaltjes in de grond, zodat hij weet tot hoever hij van de sloot de mest mag injecteren’’, merkt de ondernemer op.  Op de bufferstroken komt dus geen drijfmest. Pijnenborg mag op deze stroken wel kunstmest strooien. Dit doet hij met een goed afgestelde kunstmeststrooier. Zo krijgt dit deel van het perceel toch nog stikstof. ”Op deze manier proberen we de opbrengst- en kwaliteitsverliezen op de graspercelen zoveel mogelijk te beperken. Het lijkt erop dat dit voorjaar het gras op de bufferstroken iets minder groen kleurt dan de rest van het grasperceel’’, meent Pijnenborg. Dit heeft volgens hem te maken met het feit dat de strook nu voor de derde jaar geen drijfmest heeft gehad. 

Bouwland met bufferstrook

Naast graspercelen heeft Pijnenborg ook een jaar mais en een jaar aardappelen geteeld op percelen met bufferstroken. Hij past namelijk roulatie met akkerbouw toe eens in de 4 jaar. ‘In de praktijk betekent dat we dan niets met die strook doen. Er staat gewoon 2,5 meter gras op die lastig te onderhouden is’’, merkt deze Koeien & Kansen-ondernemer op. “Aangezien de strook te smal is om het bij te houden met een machine wordt het al snel rommelig’’, meent hij. In 2018 heeft hij mais geteeld. Na de teelt van de mais heeft hij het perceel helemaal omgeploegd inclusief de bufferstrook en volledig opnieuw ingezaaid.

Te vroeg voor resultaat

Of de bufferstroken zorgen voor een verlaging van afspoeling van nutriënten naar het grond- en oppervlaktewater kan hij nog geen uitspraken over doen. Dat zal straks moeten blijken uit de metingen. Pijnenborg ziet de bufferstroken echt als een experiment op zijn bedrijf en hoopt zo een bijdrage te kunnen leveren aan dit onderzoek in de praktijk.