Nieuws

Blijvend grasland houdt veel koolstof vast en stimuleert biodiversiteit

Gepubliceerd op
23 april 2018

Het percentage blijvend grasland is één van de milieu-indicatoren die vermeld staan in het dashboard Milieu en Klimaat. Oud grasland heeft een hoog organisch stofgehalte en houdt daarmee veel koolstof vast, dat bij ploegen deels als CO2 de lucht in zou gaan. Melkveehouder Coen Hagoort uit Waarder, die ook deelneemt aan het project Koeien & Kansen, zit met zijn bedrijf in een veenweidegebied en heeft alleen maar percelen met blijvend grasland. ‘Als je het grasland gaat vernieuwen, pleeg je een aanslag op het organische stofgehalte. De truc is om je grasland optimaal te houden.’

‘Al onze grond is blijvend grasland. We telen geen andere gewassen’, vertelt Hagoort. ‘Het is ook inherent aan het veenweidegebied waar we zitten. Hier kan je niets anders dan gras telen. Dat betekent niet dat we nooit grasland vernieuwen, maar dit doen we het liefst wel zo mondjesmaat mogelijk. Ik heb zelfs percelen die nog nooit vervangen zijn, waarvan ik niet eens weet hoe oud dat grasland is.’

Meer biodiversiteit

‘De belangrijkste reden waarom in de laatste 10 jaar door velen meer nadruk wordt gelegd op het handhaven of verhogen van  het aandeel blijvend grasland, is vooral het streven naar meer bodembiodiversiteit’, zegt Jelle Zijlstra, Projectleider Bedrijfsmanagement Melkveehouderij bij Wageningen University & Research. ‘Met blijvend grasland bevorder je het ontstaan van een natuurlijk bodemecosysteem dat ondersteunend is voor de grasproductie. Er ontstaat - door weinig grondbewerking - ondergronds een stabiel milieu, waarin het bodemleven zich steeds verder kan ontwikkelen. Hierdoor neemt de bodembiodiversiteit en hiermee ook het organische stofgehalte en de bodemvruchtbaarheid toe. Het bodemleven werkt – net als de koeien - voor de boer. In dit geval aan een hoge gewasproductie en aan het vasthouden van nutriënten in het winterseizoen.’
 
Er zijn de laatste decennia verscheidene onderzoeken gedaan naar de effecten van blijvend grasland. ‘Hieruit blijkt onder meer dat het organische stofgehalte bij blijvend grasland per 10 jaar met ongeveer twee a drie procent kan toenemen. Wanneer je grasland in vruchtwisseling hebt met bouwland of wanneer je het grasland vaak ploegt, zal het organische stofgehalte vrij constant op een duidelijk lager niveau blijven’, vertelt Zijlstra.

Koolstof vastleggen

Bovendien kan blijvend grasland ook meer koolstof vastleggen, wat weer een positief effect heeft op de broeikasgassenuitstoot. ‘Met blijvend grasland heb je meer organische stof in de bodem en daarmee meer capaciteit om CO2 op te slaan’, zegt Hagoort. ‘Als je grasland gaat scheuren, dan komt er CO2 vrij vanuit de graszode.’ Zijlstra benadrukt ook dat blijvend grasland een bufferfunctie heeft: ‘Het legt niet alleen koolstof vast, maar neemt ook water en andere nutriënten op en stelt die beschikbaar op momenten met goede groeiomstandigheden, wat weer bevorderlijk is voor het groeiproces in de bodem dat leidt tot gewasopbrengst.’

Economisch voordeel in veenweidegebied

Voor de deelnemer van Koeien & Kansen heeft het houden van blijvend grasland niet alleen voordelen voor het milieu, maar levert het hem ook geld op. ‘Als je de grond goed verzorgt en regelmatig doorzaait, ben je ook in economisch opzicht goed bezig. Grasland vernieuwen kost rond de 1.500 tot 2.000 euro per hectare’, zegt Hagoort.  
Voor een boer op zand- of kleigrond in andere delen van het land kan het verhaal anders zijn. ‘Voor een melkveehouder in Brabant op zandgrond levert alleen blijvend grasland te weinig rendement op. Daarom doet hij veel aan vruchtwisseling, waarbij grasland wordt afgewisseld met bouwland. Grasland heeft dan met name de rol van het gezond maken van de bodem. Dit is voor het bereiken van een hoog organische stofgehalte geen ideale situatie. Het is vaak een strijd tussen het economische plaatje aan de ene kant en de bodembiodiversiteit aan de andere kant. Het verhogen van het aandeel blijvend grasland is iets waar melkveehouders in deze gebieden toe verleid zullen moeten worden, bijvoorbeeld door een financiële beloning’, zegt Zijlstra. 

Goed graslandbeheer

Goed graslandbeheer is essentieel om een optimaal rendement te halen uit blijvend grasland. ‘Het is belangrijk om de grond zo min mogelijk te bewerken, om zo onder meer bodemverdichting te voorkomen en de graszode niet kapot te rijden’, zegt Zijlstra. ‘Voorkom ook het maaien van zeer zware snedes , om de graszode niet teveel te schaden.’ Ook raadt Zijlstra aan om bij veel onkruiden in het land te kiezen voor doorzaaien of eventueel voor oppervlakkig frezen en herinzaai. ‘Deze bewerkingen leveren de geringste afbraak van organische stof op.’

Optimaal landgebruik

‘Uit onderzoek van het Louis Blok Instituut en Wageningen Livestock Research blijkt dat melkveebedrijven met derogatie op zand- en kleigrond het beste hun organische stof en bodemvruchtbaarheid  kunnen handhaven of verbeteren door een bouwplan met  60% blijvend grasland en daarnaast20% grasklaver (rode en witte klaver) in rotatie met 20% snijmais’, zegt  Zijlstra. Door een hoog aandeel blijvend grasland met een lage frequentie van graslandvernieuwing en vruchtwisseling van mais met grasklaver wordt bij dit bouwplan een optimaal organische stofgehalte voor het bedrijf als geheel bereikt. Uit de economische doorrekening bleek dat dit voor een gemiddeld melkveebedrijf in de Achterhoek en Liemers een financiële plus oplevert van 6.000 tot ruim 7.400 euro op bedrijfsniveau. Lees hier meer over het onderzoek.