Nieuws

BES- en BEP pilot leiden tot uitdaging en mooie resultaten

Gepubliceerd op
24 maart 2020

Koeien & Kansen deelnemer Coen Hagoort is één van de bedrijven die deelneemt aan de BES-pilot. De zoektocht naar meer ‘ruimte’ binnen de wettelijke kaders biedt hem als ondernemer mooie uitdagingen. Maar wat levert dit het bedrijf op? In het geval van Hagoort heeft dit geleid tot scherper voeren op fosfaat en een lagere eiwit verbruik per kilogram droge stof.

Door deelname aan zowel de BEP- als de BES pilot ontstaat er een serieuze zoektocht naar de optimale bedrijfsvoering met als doel om zo veel mogelijk dierlijke mest op het bedrijf te kunnen houden,hier kunstmestruimte voor in te leveren en de ammoniakemissie te beperken.. Deze combinatie vraagt dus om serieus management van Hagoort op het gebied van zowel stikstof, als fosfaat.

Balans zoeken in BES en BEP pilot

In beide pilots zoekt hij naar de juiste balans.Tot voor 2018 waren de grasopbrengsten prima waardoor er een gemiddelde fosfaatonttrekking per hectare was. Echter twee droge zomers geven ineens een ander beeld. Door een aanzienlijk lagere gewasopbrengst met dito lage fosfaatonttrekking neemt de fosfaatgebruiksnorm (BEP) flink af. Hierdoor ontstaat een ontwrichte situatie tussen stikstof en fosfaat.

Zo was stikstof op het bedrijf van Hagoort altijd de eerste bron van afvoer, maar dit is sinds 2019 verandert in een situatie waarin fosfaat de beperkende factor is geworden. Wat betekent dit voor de bedrijfsvoering en hoe kunnen er voor zorgen dat we binnen beide pilots een zo optimaal mogelijke resultaat kunnen behalen. Hierbij speelt niet alleen de stikstof- maar ook de fosfaatexcretie van de dieren een permanente rol.

Bemesting aangepast

Voor fosfaat moest er minimaal 30% BEX-voordeel bij het vee gerealiseerd worden, zodat er meer dan 40% benutting via het voerspoor gerealiseerd wordt. Zodat het bedrijf geen nadeel ondertvindt van de BEP en BES normen. Dus een situatie waarin de gebruiksnormen niet lager zouden worden dan ze generiek zijn.

Hagoort heeft hier heel bewust op ingezet met een aanpassing in de bemestingsstrategie en een scherper beleid op het voerspoor. Hij bemeste de eerste snede bewust met een lagere drijfmestgift. In plaats van 30 ton per hectare bracht hij 25 ton drijfmest per hectare op zijn land. De totale stikstofgift verlaagde hij 10 kilogram per hectare, naar 95 kilogram, ten opzichte van voorgaande jaren. De mest is hele seizoen met het sleepslangsysteem op het land gebracht waarbij hij het maximaal verdunde met water. Dit leidt tot een hogere benutting van stikstof, maar ook tot minder ammoniakemissie.

Effectieve aanpassingen in het rantsoen

Om het rantsoen voldoende laag in het Fosfor te houden werd er een maximum aan het P-gehalte in het krachtvoer gesteld, namelijk maximaal 3 gram per kilogram droge stof. Het bijkomende voordeel hiervan is dat je minder snel met eiwitrijker krachtvoer aan de slag gaat omdat die veelal te hoog zitten in het P-gehalte. De grootste winst behaalde hij direct in het voorjaar. Zodra hij van start ging met beweiding, heeft Hagoort het krachtvoer aangepast naar een weidebrok met max 130 gram ruw eiwit en circa 2,5 gram Fosfor per kilogram. Afhankelijk van het grasaanbod kon dit nog lager in de weideperiode waardoor het krachtvoer op jaarbasis net 130 gram per kilogram bevatte. Samen met bewust geteeld gras was dit een heel mooie basis om op jaarbasis naar een rantsoen te komen van uiteindelijk 153 gram RE per kg droge stof. Omgerekend naar RE per kVEM was dit 158.

melk van eigen voer voer- kosten gewas- opbrengsten Intensiteit % eiwit
(tonnen meetmelk/ha) (€ / 100 kg melk) (ton ds /ha) (ton melk/ ha) van eigen land
2015 3966 10,7 9,8 21,65 55
2016 5394 9,6 10,28 19,85 64
2017 5818 9,2 11,08 19,67 75

Resultaten Koeien & Kansen-bedrijf Hagoort - periode 2015 - 2017

Dubbelslag leidt tot goede resultaten

Hagoort ging in 2019 verschillende uitdagingen binnen de BES- en BEP-pilot aan. Dit leidde tot een beter resultaat dan hij in eerste instantie had verwacht. De gebruiksnormen via BES en BEP zijn optimaal benut. Daarnaast was het voer ook goedkoper door de lagere gehalten aan eiwit in het voer.

Deze dubbelslag vormt de basis om voor 2020 opnieuw de uitdaging aan te gaan waarbij we, ondanks de scherpe normen, wederom streven naar optimale resultaten met een positief effect op saldo per kilogram melk. Bijkomend voordeel is dat er, door minder eiwit te voeren, een lagere NH3 emissie plaats vindt.