Nieuws

Droogte leidt bij Kuks tot 35% opbrengstderving van grasland

Gepubliceerd op
30 oktober 2018

Het ruwvoerjaar 2018 kenmerkt zich vooral door de droge zomer. Dit uitte zich in fors tegenvallende grasopbrengsten en lagere maisopbrengsten. Normaal kuilt Koeien & Kansen-deelnemer Kuks de eerste en tweede snede in voor zijn melkkoeien. Dit levert hem afgelopen jaren voldoende ruwvoer op om zijn koeien een jaar lang te kunnen voeren. Nu heeft hij 18 hectare grasland extra gemaaid om zijn silo vol te krijgen.

In totaal heeft Jan Kuks in Nutter tijdens de eerste en tweede snede in 2018 42 ton droge stof meer geoogst dan in 2017. Dit is volledig toe te schrijven aan het feit dat hij 18 hectare grasland meer heeft geoogst. Per gemaaide hectare is er 165 kg droge stof minder geoogst in 2018. Dit komt gedeeltelijk  doordat beide snedes eerder zijn gemaaid dan in 2017. De grootste opbrengstdaling vond plaats in de tweede snede. Bij het maaien hiervan was het gras aan de droge kant en al behoorlijk doorgeschoten. Het gewas had toen al niet te veel water gehad, terwijl de echte droogte toen nog moest komen.

Dit blijkt ook uit de resultaten in de onderstaande tabellen. Hier vind je een overzicht van opbrengsten van de eerste en tweede snede grasland in 2017 en 2018. In de tweede tabel vind je de relatieve verschillen tussen 2017 en 2018.

tabel11.GIF
tabel22.GIF

Uit de resultaten in de tabellen blijkt dat de RE opbrengst per gemaaide hectare gelijk is in beide jaren. De VEM-opbrengst per hectare is in 2018 minder, deels door de lagere droge stofopbrengst, maar ook door de lagere VEM per kg droge stof. De lagere VEM per kg droge stof schrijven we vooral toe aan de minder goede verteerbaarheid van het gras. Het gewas was al behoorlijk doorgeschoten en daarmee ook al flink houtig.

Opbrengstderving van 35 procent in 2018

De echte opbrengstderving zat duidelijk in de 3e en 4e snede. In totaal is er dit jaar ongeveer 65 ton droge stof graskuil minder geoogst. De beschikbare hectares grasland over het hele jaar waren gelijk in beide jaren. In 2017 heeft Kuks ook nog eens voor de eerste en tweede snede minder hectares beschikbaar gehad om in te kuilen. Toch oogstten ze in 2017 379 ton droge stof graskuil, terwijl ze in 2018 ongeveer 245 ton droge stof oogstten.

Per hectare een verschil van ruim 3 ton droge stof over het hele jaar. Dat is 35% minder opbrengst in totaal.

Los van de opbrengstschade heeft Kuks dit jaar, vanwege de droogte, 7,5 hectare volledig vernieuwd en 5 hectare door-gezaaid, dat is bijna 1/3 van het grasareaal.

Maïsopbrengsten mogelijk 15% lager

De maïsopbrengst in 2018 is lager dan vorig jaar. In 2017 lag de opbrengst op ongeveer 18 ton droge stof. Op de es-gronden leek de maïs echter veel minder last van de droogte te hebben dan het grasland. Weliswaar waren de kolven iets kleiner en op de droge delen niet volledig gevuld. Vooral de maïs aan de buitenzijde van het perceel had volgens Kuks het meeste last van de droogte. Op basis van eigen metingen denkt deze ondernemer dat de droge stofopbrengst ongeveer 15% lager ligt dan voorgaande jaren. Gezien de kleinere kolf en de mindere kolfbezetting ging hij ervan uit dat het aandeel zetmeel duidelijk lager zou zijn. Uit een NIRS meting en een vers maïs monster, blijkt dit totaal niet het geval. Het bestendig zetmeelgehalte wordt ingeschat op 120 gram per kilogram droge stof. De voorspelde VEM-waarde ligt met 1030 ook boven allerverwachtingen. Wel is het droge stof gehalte met ruim 44% erg hoog.

Geen gras onder mais

Deze deelnemers aan het project Koeien & Kansen hebben heel bewust, vanwege de droogte, gekozen geen gras onder  mais te zaaien. “Achteraf gezien is dat een goede keuze geweest’’, zegt Kuks. Het gras was waarschijnlijk verdroogd en te jong geweest om de oogstmachines te “overleven”. De mais is dit jaar door deze weeromstandigheden vroeg geoogst. De afgelopen 4 jaar hebben deze ondernemers sterk wisselende ervaringen met het gras onderzaaien in de maïsteelt. ‘’Een succesvolle gras-onderzaai is bij de juiste omstandigheden absoluut zinvol. Maar zolang de weervoorspelling gedaan wordt door Piet Paulusma, zijn we niet zeker van een succesvolle onderzaai’’, meent Kuks. Hij vraagt zich dan ook wel eens af of wij niet moeten kiezen voor een winterrogge of triticale als nagewas.