Nieuws

Kou zorgt voor lagere benutting van vers gras tijdens stalvoeren

Gepubliceerd op
20 mei 2021

Drie Koeien & Kansen deelnemers zijn gestart met het voeren van vers gras aan de veestapel. Voor de ene deelnemer is het uit nood geboren en een andere deelnemer heeft er al meer ervaring mee. Door het koude voorjaar bevat het gras begin mei nog erg veel suiker en een relatief laag eiwitgehalte. Geen ideale combinatie blijkt uit de eerste ervaringen van Kees Jan van Wijk, Guido van Hoven en Maurice van Erp.

IMG_5978.JPG

Kees Jan van Wijk in Waardenbrug is dit jaar voor het eerst begonnen met het voeren van vers gras in het voorjaar. Hij had in eerste instantie het plan opgevat om in het najaar vers gras te gaan voeren op stal om zo het herfstgras beter te benutten. Aangezien hij door zijn ruwvoervoorraad heen was, zat er niets anders op dan vers gras op stal te gaan voeren naast het beweiden. ‘’Wij hebben nog gekeken of we ergens ruwvoer konden aankopen, maar dat zat er niet in’’, zegt Kees Jan. Dus nu haalt hij zelf het verse gras uit de weide. ‘’We zijn nu een paar weken bezig, maar het valt nog niet mee. Door de kou is het suikergehalte in het gras erg hoog, terwijl het eiwitgehalte laag is. Dit is geen goede combinatie en de koeien waren dan ook flink van streek in de eerste week van mei. Eind maart hadden we nog bierbostel in het rantsoen. Dit zorgde voor meer stabiliteit in de pens en een betere eiwitbenutting. Dat zagen we toen ook terug in de gehaltes en krachtvoerverbruik’’, merkt Kees Jan op. Een optie kan zijn om bierborstel aan te kopen, maar na een paar warme dagen zal het eiwitgehalte in het gras stijgen, is de verwachting van Van Wijk. Dat komt de benutting van eiwit in het rantsoen ten goede. 

Van Hoven kiest bewust voor vers gras

Guido.jpg

De Zuid-Limburgse Koeien & Kansen deelnemer Guido van Hoven in Eckelrade voert dit voorjaar voor het eerst vers gras aan zijn koeien. Voor hem is het een zeer bewuste keuze. Vorig jaar heeft hij de knoop doorgehakt. “Aangezien we een derogatiebedrijf zijn beschikken we over veel grasland. Dat betekende in de praktijk dat we een flinke ruwvoervoorraad hadden opgebouwd. Daarbij kwam in 2020 de discussie rondom een verplichte eiwitnorm voor krachtvoer. Dat zou betekenen dat we geen soja meer zouden kunnen aanvoeren. Dat was voor ons de aanleiding om te kijken hoe we beter het eiwit uit ons eigen gras zouden kunnen benutten’’, merk Guido op. Hij koos voor zomerstalvoedering. Hierbij is hij niet over een nacht ijs gegaan. Hij volgde een cursus en heeft geïnvesteerd in een voertrein; frontmaaier, trekker en opraapwagen. Dit voorjaar is hij gestart en krijgen zijn koeien 8 tot 10 kilo vers gras aan het voerhek. Daarnaast past hij weidegang toe en krijgen ze er op dit moment nog een gemengd rantsoen naast met 10 kilogram mais, 2 kilogram graskuil, 1 kilogram maismeel en wat geplette tarwe. ‘’Door het koude voorjaar waren de suikers hoog en viel het eiwit in het gras tegen. Dit compenseren we nu met een kilo raapschroot’’, merkt Guido op. De melkproductie is redelijk op peil gebleven, maar Van Hoven heeft wel verschillende aanpassingen moeten doen in zijn rantsoen dit voorjaar. ‘’Het is echt nog zoeken om tot de optimale situatie te komen, waarin we uiteindelijk het eiwit van eigen land optimaal benutten en flink kunnen besparen op krachtvoer- en eiwitvervangers’, zegt Guido van Hoven.

Telen van rogge

IMG_5584.JPG

Ook Maurice van Erp in Maren Kessel voert vers gras aan zijn koeien. Ook hij kampt dit voorjaar met de samenstelling van het gras, namelijk een hoog suikergehalte bij een laag eiwitgehalte. Normaal gesproken draagt het voeren van vers gras bij aan een optimale benutting van de voederwaarde van het gras, zodat er zo min mogelijk verliezen zijn. Naast het maaien van vers gras teelt Maurice van Erp voor de tweede keer als tussengewas na mais rogge op zijn kleigrond. “We hebben afgelopen najaar gekozen voor een snelle lenterogge. Deze rogge kenmerkt zich door de vorming van meer plantmassa ten opzichte van de gewone rogge, die we het jaar ervoor hebben geteeld. Sinds we deelnemen aan het project Koeien & Kansen laten we onze maispercelen in de winter niet meer braak liggen op deze zware kleigrond. Door het telen van rogge komt er extra organische stof in de bodem. Het gewas wortelt diep wat een positief effect heeft op de bodemstructuur. Van Erp kiest bewust voor rogge, en de oogst ervan, omdat hij het perceel niet meer ploegt en het gewas ook niet wil doodspuiten. Hij woelt de bodemlos na de rogge oogst en gebruikt vervolgens een strokenfrees, waarna hij de mais in de stroken zaait. Het voordeel hiervan is dat hij het gewas niet hoeft dood te spuiten met glysofaat. Ook heeft hij vorig jaar geen onkruid hoeven te spuiten in de mais.

Door het koude weer is het gewas dit jaar later afgerijpt en ook later geoogst. Hij oogst de rogge en kuilt het vervolgens in. Het is wel belangrijk om de rogge op het juiste tijdstip te oogsten, oogst je te laat dan neemt de voederwaarde sterk af van dit gewas. Zo probeert hij de voederwaarde van het gras en rogge zo goed mogelijk te benutten en zoveel mogelijk eiwit van eigen land te halen.