category_news
Mengteelt méteil niet direct een succes op de Zeeuwse klei
Wim van de Heijning in Hulst heeft vorig jaar voor het eerst méteil geteeld. Dit gewas is een mengteelt die op dit bedrijf bestaat uit tarwe, haver, bonen en erwten. ‘Op papier een ideale combinatie om meer eiwit van eigen land te telen’’, zegt van de Heijning. In de praktijk viel het resultaat wat tegen voor deze Koeien & Kansen-deelnemers.
De afgelopen jaren hebben Wim en zijn zoon Wim jr. van de Heijning regelmatig geëxperimenteerd met nieuwe gewassen op hun bedrijf. Zo hebben ze achtereenvolgens sorghum en soja proberen te telen. Beide met wisselende resultaten. Vorig jaar hebben 4,5 hectare méteil gezaaid. Dit is een mengteelt die veel toegepast wordt in België en Frankrijk. ‘Aangezien onze Belgische zaaizaadleverancier veel ervaring heeft met de teelt van méteil zijn we overstag gegaan’, zegt van de Heijning.
Veelbelovend gewas
In eerste instantie zag de teelt van méteil er veelbelovend uit. Het mengsel van haver, tarwe, bonen en erwten was makkelijk te telen. “Het gewas vraagt om weinig bemesting, aangezien de vlinderbloemige erwten zorgen voor de nodige stikstof. We hebben alleen maar met Kali 4 bemest’’, merkt Wim op. Ook hebben ze geen onkruidbestrijding hoeven toe te passen. Dit betekent dat de teelt van dit gewas zeker niet duurder is dan de teelt van andere alternatieve voedergewassen, is de ervaring van deze ondernemer. Ook kreeg hij complimenten van burgers over het gewas. ‘De paarse bloemen van de vlinderbloemigen zorgden voor een mooi gezicht in het veld’.
Oogst uiteindelijk mislukt
Het gewas ontwikkelde zich goed. De insteek was dat de bonen en erwten stevigheid zouden hebben door de granen. De erwten en bonen zouden zich vastzetten in de stevige graanstengels. ‘In het veld pakte dat anders uit’, merkt Van de Heijning op. Een fikse wind twee weken voor het oogsten zorgde ervoor dat het graan was gaan legeren, dat wil zeggen dat het graan op de grond lag met alle gevolgen van dien. De erwten, bonen en graankorrels lagen op de natte kleigrond wat leidde tot schimmel in de verschillende gewassen. ‘Uiteindelijk hebben we 10 ton droge stof kunnen oogsten per hectare. Dit was niet alleen een tegenvallende opbrengst, maar de kwaliteit van het product viel ook nog eens tegen’, gaat Wim verder.
Gras en mais
Drie opeenvolgende jaren hebben ze geëxperimenteerd met het telen van alternatieve voedergewassen met als doel meer eiwit van eigen land te oogsten. Zowel sorgum, soja als de teelt van méteil leverden voor deze Koeien & Kansen-deelnemers nog niet het gewenste resultaat op. ‘Het komende jaar houden we het gewoon weer bij gras en maïs. Als er een perceel vrij komt dan overwegen we misschien in de toekomst de teelt van pure veldbonen’, voegt hij er tot slot aan toe.