Nieuws

Reductie methaanproductie via voerspoor

Gepubliceerd op
27 november 2020

Koeien & Kansen deelnemers Wim (sr.) en Wim (jr.) van de Heijning werken aan het verlagen van het methaanuitstoot op hun bedrijf via het voerspoor. Het doel is om een methaanreductie te behalen die 30% lager ligt ten opzichte van het landelijke gemiddelde van 2018. Een flinke uitdaging waarmee ze in 2020 een start hebben gemaakt.

Dit traject waaraan verschillende Koeien & Kansen-ondernemers deelnemen is een project dat onderdeel uitmaakt van het Klimaatakkoord. Het ministerie van LNV heeft aan Wageningen University & Research opdracht gegeven om te onderzoeken of voor melkvee een methaan- en ammoniakreductie van 30% via het voerspoor mogelijk is. In dit akkoord staat onder andere dat de melkveehouderij een enterische (uit het maagdarmkanaal) methaanreductie van 0,5-1,0 moet behalen. Uitgangspunt is 0,8 Mton CO2-eq methaanemissie uit spijsvertering. Van de Heijning neemt deel aan dit intensieve traject, dat wil zeggen dat ze werken aan een methaanreductie van maar liefst 30%, die ook daadwerkelijk gemeten wordt op het bedrijf. Een andere groep deelnemers werkt in een extensief traject aan een methaanreductie van 15 - 20%. Op deze bedrijven vinden geen methaanmetingen plaats, maar zal de reductie via berekende bedrijfskengetallen inzichtelijk worden gemaakt.

Doelstelling

Onderzoekers van WUR, adviseur van DLV Advies en voeradviseur ondersteunen de ondernemers Van de Heijningin dit traject met kennis en advies. Het streven is om de methaanemissie zoveel mogelijk te reduceren. In 2020 is er voor gekozen geen aanpassingen mee te nemen in de eigen geteelde ruwvoeders. In 2021 gaan ze een stap verder. Dan zullen, waar nodig, ook ruwvoeders vervangen worden om de doelstelling van 30% methaanreductie te behalen. Op het bedrijf van Van de Heijning is als doel gesteld de emissiefactor (EF) te verlagen naar 15,8 gram CH4/kg ds in het rantsoen.

Aan de slag op het bedrijf Van de Heijning

Als eerste is de methaanemissie van het huidige rantsoen berekend en gemeten. Vervolgens is de methaanemissie van het aangepaste rantsoen gemeten. De meetresultaten zijn nog niet beschikbaar. Hieronder staat de tabel met de berekende emissie van het melkvee. Deze is berekend aan de hand van droge stofopname (DSO) x de emissiefactor (EF) van de voersoort. De EF van de meeste voersoorten zitten in de range van 15-25.

In tabel 1 staan het huidige rantsoen, het uitgangspunt en het nieuwe rantsoen. Deze staat beschreven als “voorstel”. ‘Vet’ is een belangrijke verandering in het ‘nieuwe rantsoen’, daarom extra informatie over berekening van het vetgehalte in het rantsoen in de tabel.  

Klik op de afbeelding voor een vergroting
Klik op de afbeelding voor een vergroting

Bij Van de Heijning zijn een aantal aanpassingen gedaan ten opzichte van het basisrantsoen om de methaanreductie te realiseren. Circa 70% van de methaanemissie is toe te schrijven aan de ruwvoeders vers gras, kuilgras en mais. Hier valt nog winst te behalen. Dit jaar is er gekozen om alleen andere verhoudingen ruwvoer en een andere maiskuil te voeren. Samen met de voeradviseur en WUR is het nieuwe rantsoen samengesteld, die opgenomen in tabel 1.

 Hieronder zijn de veranderingen in willekeurige volgorde opgesomd.

  1. Aandeel kuilgras verlagen
  2. Aandeel mais verhogen van 55% naar 62%.
  3. Voeraardappel met18,96 EF vervangen door Proti + met 16,84 EF.
  4. Krachtvoer (KV) Excellent met 16,90 EF vervangen door KV Lipomax met 15,89 EF.
  5. EF krachtvoerders verlagen
  6. Vetgehalte van het rantsoen verhogen van 3,1% naar 5,4%

Naast de berekening van de methaanemissie is deze ook gemeten. In juli is er vier weken lang de methaanemissie met het basisrantsoen gemeten. Daarna is er vier weken met het nieuwe rantsoen gemeten. De metingen zijn gedaan met de GreenFeed.

Verwacht resultaat door aanpassingen in het rantsoen

Door deze maatregelen is de berekende EF van het rantsoen verlaagd van 19,00 naar 18,31 gram CH4 per kg ds. De minimale winst in het bestaande rantsoen komt doordat er gerekend is met de aanwezige ruwvoerders. Het verlagen van de EF van de ruwvoeders zal voor de grootste reductie zorgen. De grootste winst in deze situatie wordt behaald door het percentage vet in het rantsoen te verhogen van 31 naar 54 gram/kg ds. Vet heeft een EF van -11. Voor iedere procentpunt vettoename in het rantsoen wordt er een winst van ongeveer 15 gram methaan/koe/dag geschat. Het verhogen van het vetpercentage in het rantsoen bij Van de Heijning leidt tot een reductie van 35,65 gram methaan. Vet(zuren) werken als waterstofacceptor in de pens, dit zorgt voor een lagere methaanemissie. Door de combinatie van maatregelen is de methaanemissie verlaagd van 398 gram CH4/koe/dag naar 348 gram CH4/koe/dag. De resultaten van de methaanmetingen zijn nog niet bekend.

In 2021 gaan we het ook met het ruwvoer aan de gang, zodat we de methaanemissie nog verder kunnen verlagen.

Methaanproductie

Belangrijke afbraakproducten in de pens zijn vluchtige vetzuren. Bij de vorming van azijnzuur en boterzuur wordt waterstof gevormd. Bij de vorming van propionzuur en valeriaanzuur wordt waterstof gebruikt. Uit het overschot aan waterstof wordt vooral methaan gevormd (Smink et al, 2003). Mais met een hoog VEM en zetmeel en laag NDF heeft een lagere EF dan mais met een lager zetmeel, VEM en hoge NDF. Gras met een hoog VEM en lage NDF heeft ook een lagere EF. Oftewel snel en makkelijk verteerbare producten op pensniveau hebben een lagere EF. Producten met een lage EF zijn bijvoorbeeld bierbostel, maismeel, getoaste sojabonen en vetten.