
Nieuws
Zonder bemesting veel opbrengst
Op het bedrijf van Koeien & Kansen veehouder Rijk Baltus in Middenmeer is in juli 2019 de gemiddelde grasopbrengst van Nederland al geoogst. De eerste snede oogstte hij met 6500 kilogram droge stof en de 2e snede leverde hem 4500 kilogram droge stof op. Met een gemiddelde gewasopbrengst van grasland van 17.884 kg droge per hectare ligt de opbrengst op schema.
De droge stofopbrengst is hoger dan gemiddeld. Daarentegen blijft de opbrengst van ruw eiwit opbrengst wat achter.
2018 | 2017 | 2016 | 2015 | Gemiddeld | |
Droge stofopbrengst grasland | 14.706 | 19.911 | 17.874 | 19.046 | 17.884 |
Ruw eiwit per kg droge stof | 163 | 138 | 120 | 128 | 136 |
Tabel 1: Droge stofopbrengst en ruw eiwit opbrengst grasland.


De stikstoftoediening lijkt de beperkende factor. Eind juli is 90% van de drijfmest uitgereden dat binnen de gebruiksnormen van de BES-pilot is toegestaan. Baltus is deelnemer aan de BES- pilot en mag daarom meer stikstof uit dierlijke mest toedienen dan de derogatiegrens van 250 kilogram per hectare. Maar hiervoor moet hij wel kunstmeststikstof inleveren en bovendien ammoniakemissie beperkende maatregelen toepassen, zoals het verdunnen van mest met water.
Baltus kan dit jaar nog eenmaal kunstmest strooien. Dit zal samen met de nawerking van de dierlijke mest de opbrengst gaan bepalen van de volgende snedes.
Op het bedrijf zijn zogenaamde ‘nulveldjes’ aanwezig om te bepalen welke opbrengst toegekend kan worden aan de toediening van dierlijke mest en kunstmest en welke opbrengst aan het stikstof leverend vermogen (NLV) uit de bodem. De resultaten van de nulveldjes van 1e en 2e snede worden in onderstaande tabel weergegeven.
1e snede | 2e snede | |
Droge stofpercentage | 26,1 | 21,7 |
Droge stofpercentage per ha | 4.360 | 1.125 |
Ruw eiwit per kg droge stof | 58 | 61 |
NLV | 40 | 11 |
Suiker | 273 | 288 |
Tabel 2: Resultaten vers gras nul-veld 2019
Op de grondonderzoeken staat een gemiddeld NLV van 70 dus met de snedes die nog gaan komen. Het is de vraag of dit getal klopt met de werkelijkheid. De droge stofopbrengst op het nulveldje is bij de eerste snede met 4.360 kilogram droge stof zonder bemesting behoorlijk. De droge stofopbrengst wordt dus bepaald door de bodemgezondheid, -vruchtbaarheid en weersomstandigheden. Voor de eiwitopbrengst lijkt met name de hoeveelheid toegediende stikstof bepalend.
Samenwerking met akkerbouwer
Op het bedrijf vindt een samenwerking plaats met een akkerbouwer die aardappelen teelt. Een perceel blijft 2 jaar gras en daarna worden er aardappelen op geteeld. “Ondanks deze samenwerking vindt er lichte opbouw van organische stof plaats. Door het gebruik van rundveedrijfmest en grasland is de organische stof aanvoer groter dan de afbraak”, is de ervaring van deze veehouder.
Er is door deze samenwerking veel tijdelijk grasland aanwezig. Binnen de gebruiksnormen en BES-pilot wordt uitgegaan van een maximaal stikstofbodemoverschot. Binnen dit overschot is, afhankelijk van de gewasopbrengst, een bepaalde hoeveelheid bemesting toegestaan. Bij dit bodemoverschot wordt geen rekening gehouden met de opbouw van organische stof en wortelvorming. Met name bij het eerstejaars grasland wordt een deel van de toegediende stikstof gebruikt voor nieuwe wortelvorming oftewel opbouw van organische stof. En bij bedrijven die een samenwerking aangaan met een akkerbouwer, om daarmee ook kringlooplandbouw toe te passen, vindt de veehouder het aan te bevelen om de stikstofruimte die de akkerbouwer niet gebruikt, in te zetten op de eerstejaars grasland percelen. ‘Dit zal resulteren in een hogere ruw eiwit opbrengst van grasland waardoor er minder aankoop van eiwit nodig is’, geeft Baltus aan.