
Nieuws
Beweiding op Koeien & Kansen bedrijf pakt goed uit in kringloop
Weiden levert minder gras op dan maaien, wordt algemeen gesteld. Betekent dat in de praktijk dat iedereen gaat voor de 'kiloknaller' en kiest voor maaien? Dit zou een gunstig effect hebben op het resultaat in de KringloopWijzer, waardoor de gemiddelde veehouder meer koeien kan houden op eigen voer. Koeien & Kansen veehouders Nanne en Hains Koopman uit het Friese Oudega (DFM) houden de gewasopbrengsten bij en zien geen verschillen in opbrengsten tussen de weide- en maaipercelen.
Van opstallen weer naar weiden
Bij de gebroeders Koopman is de laatste jaren door intensivering niet meer geweid. Door aankoop en ruiling van land met de buren gebruikt het bedrijf nu 116 hectare, waarvan 73 hectare rond het melkveebedrijf, die voor 80 procent goed bereikbaar is via een kavelpad. Via het project ‘Amazing Grazing’ zijn ze toch weer gaan weiden en hebben ze daarbij het vogelbeheer actief opgepakt. Daarnaast was het aantal voerhekplaatsen voor de 165 melkgevende koeien te gering, waardoor niet alle dieren tegelijk kunnen vreten. Dit is wel een vereiste bij het toepassen van zomerstalvoedering. Dit was een van de redenen om te stoppen met dit voersysteem. Bovendien vonden de ondernemers dat het zomerstalvoeren qua arbeid met name in het weekend te belastend was. Op basis hiervan hebben ze besloten dit jaar weer te gaan beweiden, maar dan zo intensief mogelijk.
Muizenschade en herinzaai

Vanwege de muizenschade is dit voorjaar ruim 23 hectare van de 73 hectare huiskavel niet goed te beweiden. Dit komt door het opnieuw inzaaien van 11 hectare dit voorjaar, maar ook de toegang tot enkele percelen, die achter het ingezaaide land liggen. Eén perceel is ingezaaid met diploïd Engels raaigras en witte en rode klaver met als dekvrucht tarwe. Ondanks de droogte en kou in april en weinig zaaizaad, namelijk 25 kilogram Engels raaigras en 5 kilogram klavers per hectare, is het goed geslaagd met een goede eerste oogst eind juni.
Gemiddeld 9 kg ds grasopname bij165 koeien
Op 22 april is gestart met beweiden voor halve dagen. Elke dag of per halve dag bij volledige beweiding krijgt het vee een nieuw perceel of een deel ervan aangeboden. De veehouders rasteren het oppervlakte gras af, die de koeien die dag beweiden. Elke dag scharen zij de koeien in bij minimaal 1500 kilogram tot maximaal 2200 kilogram droge stof per hectare. Hierbij is het belangrijk dat de koeien het gras niet korter grazen dan 7 centimeter. Bij een kortere stoppel remt de grasgroei. Gras maakt gras. De gemiddelde opname aan weidegras bij volledig weiden is rond de 11 kilogram droge stof per koe per hectare. Samen met 5 kilogram droge stof uit maïs en pulp en iets structuurvoer komt de totale ruwvoeropname uit op ongeveer 16 kilogram droge stof. Daarnaast wordt 15 kilogram krachtvoer per 100 kilogram melk gevoerd. Dit sluit aan op de resultaten uit de meetweek in die periode. Over de gehele periode van 90 dagen beweiden is er 9 kilogram droge stof per koe per dag uit gras opgenomen. Bij 165 koeien aan de melk moet het aanbod per dag dan bijna 1500 kilogram droge stof per hectare zijn boven de 7 cm hoogte. Nanne loopt wekelijks de percelen langs om een schatting te maken van de grasgroei en voorraad.
Goed afweiden en voldoende melkproductie belangrijk
In het begin van het seizoen was het afweiden een probleem. Bovendien stonden de koeien al vroeg bij het hek en vertrapten ze veel gras tot ergernis van de broers Koopman. Het viel Nanne op dat het afweiden bij percelen bemest met KAS beter was dan bij gebruik van Ammoniumsulfaat. Mogelijk een gevolg van de smakelijkheid van het gras door het eerder beschikbaar komen van de stikstof, vooral bij het koude weer. Het ureum in de melk nam bij KAS bemeste percelen toe van 16 naar 18 punten. Ontevreden bleven de ondernemers over de melkproductie per koe. Die bleef hangen op ongeveer 25 kilogram melk per koe. De snijmais met pulp werd éénmaal per dag gevoerd bij te weinig vreetplaatsen voor alle dieren tegelijk. Dit probleem losten ze op door de snijmais te verdelen over twee melkmalen. Dit zorgde voor een verbetering bij het afweiden en een verhoging van de productie. Die later nog versterkt werd bij het volledig weiden. Waarschijnlijk is het aanbod van eiwit in de pens tijdens de nacht te laag geweest.
Weiden | Maaien | ||
ha | kg ds / ha | ha | kg ds /ha |
40 | 6640 | 30 | 6479 |
Geen verschil in opbrengst tussen weiden en maaien
Tot midden juli is zonder de pas ingezaaide percelen mee te tellen, 40 hectare intensief geweid en 30 hectare alleen maar gemaaid. De beweide percelen zijn ook allemaal één keer gemaaid met een gemiddelde opbrengst van 3400 kilogram droge stof per hectare. Inclusief de droge stofopname bij beweiden van 3200 kg doet de totale opbrengst per hectare van 6640 kg niet onder voor alleen maaien met bijna 6500 kilogram droge stof bij twee keer maaien. De weidepercelen zijn gemiddeld ruim twee keer beweid. De variatie in opbrengst tussen de percelen is rond de 750 kilogram droge stof per hectare voor zowel weiden als maaien. Daar lijkt nog winst gemaakt te kunnen worden. Bij de beste percelen staat de teller voor beweiden en maaien al op 7500 kilogram droge stof per hectare. Midden juli waren de verschillen tussen de percelen aan grasvoorraad vrij gering, vanwege de droogte.
De voorlopige conclusie is dat bij intensief weiden, ook al is moeilijker te managen dan maaien, de grasopbrengst niet onder hoeft te doen voor alleen maaien. Geen nadeel in kilogrammen droge stof per hectare en het plezier van grazende koeien in de wei.