Nieuws

Maisteler heeft invloed op het stikstofbodemoverschot maar grondsoort en grondwaterpeil staan vast

Gepubliceerd op
26 januari 2024

Bij maistelers bepalen vooral de grondsoort en het niveau van het grondwater hoeveel nitraat er overblijft in de bodem en hoeveel nitraat er in het oppervlakte- en grondwater terechtkomt. Het gebruik van mest en de teelt van een groenbemester hebben in mindere mate invloed op de hoeveelheid nitraat in de bodem. Dit blijkt uit onderzoek van Wageningen Economic Research in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Onderzoekers keken naar de maisteelt op zandgrond bij melkveebedrijven.

De agrariƫr kan aan de grondsoort niets en aan het grondwaterniveau weinig doen, want de ligging van percelen ligt vast. Ook het weer en de verdeling van neerslag over het groeiseizoen kan hij uiteraard niet zelf bepalen. Maar hij heeft wel vat op de bemesting, de beregening en de teelt van een groenbemester of vanggewas om grip te hebben op het stikstofbodemoverschot.

Nitraat boven de norm bij mais

De nitraatconcentratie op maispercelen van melkveebedrijven op zandgrond ligt gemiddeld boven de norm van 50 mg per liter. Teveel nitraat in het grondwater is niet goed voor de kwaliteit van het drinkwater. Het stikstofbodemoverschot van de maisteelt op melkveebedrijven op zandgrond is circa 50 kg per ha en is stabiel gebleven in de onderzochte periode 2006-2019.

Melkveehouders telen graag mais om dit in combinatie met vers gras en geconserveerd gras te voeren aan het melkvee. Het leidt tot een gebalanceerd eiwitgehalte in het rantsoen. De vraag is hoe de opbrengst van mais te behouden of te verhogen en tegelijk het stikstofbodemoverschot en de nitraatconcentratie bij mais te laten dalen.

En dat is een probleem want de agrariƫr heeft in de praktijk niet zo veel mogelijkheden meer om de teelt van mais te verbeteren. Het is bijvoorbeeld niet verstandig om de mais meer te bemesten want het levert bijna geen hogere opbrengsten op. Bovendien levert deze stikstofrijke bemesting meer overschot in de bodem op en (in beperkte mate) een hogere nitraatconcentratie in het uitspoelwater. Boeren kunnen daarnaast maar beperkt of helemaal niet extra beregenen om de gewasgroei te bevorderen. Wat als oplossing overblijft is het telen van een groenbemester of vanggewas. Dit blijkt meestal wel een zinvolle maatregel om de opbrengst omhoog te krijgen en het bodemoverschot aan stikstof en de nitraatconcentratie te verlagen.