Nieuws

Meetprotocol emissiemonitoring: nieuwe stap richting doelvoorschrift

Gepubliceerd op
25 januari 2024

Een werkgroep samengesteld uit wetenschappers van Wageningen University & Research (WUR), TNO, het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek (VITO) heeft een nieuw protocol voor emissiemetingen in stallen opgesteld.


“Het document dat onze werkgroep heeft ontwikkeld, biedt richtlijnen voor de wijze waarop de verschillende typen emissies bedrijfsspecifiek kunnen worden gemeten bij een doelvoorschriftvergunning. Ook geeft het richtlijnen over de inzet van sensoren bij deze metingen”, aldus werkgroepvoorzitter Albert Winkel.

Het rapport ‘Richtlijnen voor emissies uit veestallen’ is opgesteld in opdracht van de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Intrastructuur en Waterstaat (IenW), en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Op het Landelijk symposium ‘Bedrijfsspecifiek meten stalemissies met sensoren’ in Ede van donderdag 25 januari 2024 werd het document aangeboden aan minister Christianne van der Wal van Natuur en Stikstof. Zij nam het in ontvangst namens de ministeries van LNV en IenW.

Inzicht in emissies

De werkgroep Richtlijnen Emissies Veehouderij is samengesteld uit vertegenwoordigers van Wageningen University & Research (WUR), TNO, het Vlaams Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek (VITO). “Het document dat onze werkgroep heeft ontwikkeld, biedt richtlijnen voor de wijze waarop de verschillende typen emissies bedrijfsspecifiek kunnen worden gemeten bij een doelvoorschriftvergunning. Ook bevat het rapport richtlijnen over de inzet van sensoren bij deze metingen”, aldus werkgroepvoorzitter Albert Winkel. De richtlijnen richten zich op gassen, (fijn)stof en geur uit alle veehouderijsectoren.

Van middel- naar doelvoorschriften

Veehouderijsector en overheden werken aan een nieuw vergunningensysteem waarbij niet de maatregel (een emissiearm systeem) maar het doel (toegestane emissie op bedrijfsniveau) wordt voorgeschreven. “Het nieuwe document is een belangrijke stap om de transitie van middel- naar doelvoorschriften te maken”, aldus Winkel, onderzoeker emissie en mestverwaarding bij Wageningen Livestock Research (WLR, onderdeel van WUR). Bij doelvoorschriftvergunningen wordt ingezet op het continu meten van stalemissies.

Werkelijke emissies meten

“Met behulp van metingen zoals beschreven in het rapport weet de veehouder niet alleen wat zijn werkelijke emissies zijn, maar zit hij zelf aan het stuur als het gaat om de manier waarop hij die emissie binnen de vergunde ruimte houdt”, legt Winkel uit. “Ondernemers kunnen het effect van technologieën en maatregelen die ze nemen, meten in eigen bedrijf en eventueel bijsturen om ervoor te zorgen dat ze binnen de emissieruimte van hun vergunning blijven.”

Doordat de meetapparatuur op bedrijfsniveau aanwezig is, wordt uitgegaan van de werkelijke emissie, niet van berekende waarden. “Dit heeft voordelen voor zowel de veehouder als de overheid; een veehouder heeft direct inzicht in het effect van door hem gekozen maatregelen en overheden kunnen hun vergunningverlening juridisch zeer stevig baseren op de werkelijk gemeten waarden.” Op deze manier kan ook de natuur beter beschermd worden. Het bevoegd gezag heeft gedurende het jaar namelijk de mogelijkheid om de vinger aan de pols te houden en te controleren of de ondernemer binnen de vergunde ruimte blijft.

Stalmonitoring is nog volop in ontwikkeling

Het opgestelde document moet volgens de werkgroep worden gezien als het startpunt. “De kennis van stalmonitoring is nu zover dat het inzetbaar is bij alle mechanisch geventileerde stallen zonder uitloop. Daarbij kan de ventilatiehoeveelheid worden bepaald met een meetventilator of een gevalideerde tracergas ratiomethode. Concreet gaat het dan om stallen voor varkens, pluimvee, vleeskalveren en deels melkgeiten”, aldus Winkel.

Stalmonitoring is nog volop in ontwikkeling, stelt Winkel vast. “Daardoor wordt stalmonitoring in de toekomst hopelijk ook mogelijk voor natuurlijk geventileerde stallen en stallen met uitlopen.” De richtlijnen die nu zijn geformuleerd, zijn volgens de onderzoeker een goed uitgangspunt om verder uit te bouwen.

Het rapport Richtlijnen voor het bepalen van emissie uit veestallen is onder andere van waarde voor alle huidige en toekomstige bedrijfsspecifieke metingen en kan ook worden ingezet voor bijvoorbeeld bij nieuw onderzoek, praktijkpilots, doelvoorschriftvergunningen en eventuele andere toepassingen.