Nieuws

Sensor brengt waterkwaliteit nauwkeuriger in beeld

Gepubliceerd op
20 april 2020

Het RIVM meet al jaren in kader van het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) de kwaliteit van het slootwater op onder andere Koeien & Kansen bedrijven. Vanaf 2020 worden op al deze bedrijven sensoren getest voor het innovatieprogramma WaterSNIP. Met deze sensor kan de variatie in slootwaterkwaliteit nauwkeuriger in beeld gebracht worden. Met deze aanvullende informatie kan een ondernemer beter een link leggen tussen kwaliteit van het slootwater en het management van nutriënten op zijn bedrijf.

De ecologie van het oppervlaktewater is gebaat bij een goede waterkwaliteit. De emissie van nutriënten naar het slootwater is hiervoor erg nadelig en het is gewenst om dit tot een minimum te beperken. De kwaliteit van het slootwater wordt door het RIVM in beeld gebracht in het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid (LMM) en het hieraan gelieerde innovatieprogramma WaterSNIP (Water Sensoren Nutriënten Innovatie Programma). Op circa 450 bedrijven in Nederland verricht RIVM metingen, waaronder bij een aantal Koeien & Kansen-bedrijven. Op deze bedrijven is waterkwaliteit één van de speerpunten in het onderzoek binnen het project Koeien & Kansen. De verdere ontwikkeling van de BedrijfsWaterWijzer maakt hier onderdeel vanuit.

Mestbeleid en waterkwaliteit

Het doel van het LMM is om de effecten van het mestbeleid op de waterkwaliteit te bepalen op landbouwbedrijven. Hiervoor neemt het RIVM op circa 450 bedrijven monsters van grondwater, drainwater, slootwater en bodemvocht. Deze metingen zijn nu aangevuld met metingen binnen het innovatieprogramma WaterSNIP. Deze is van start gegaan in 2019 en loopt tot en met 2022 en heeft als doel  onderzoeken of de implementatie van sensoren positief bijdraagt aan monitoring van de waterkwaliteit in de toekomst.

Monitoren in de praktijk

Op de Koeien & Kansen-bedrijven bemonstert RIVM van november tot en met maart in vier rondes het slootwater. De kwaliteit van het slootwater is erg variabel als gevolg van onder andere neerslag, zonlicht en afspoeling van nutriënten. Voor de monsters op één bedrijf geldt dat deze wel representatief zijn voor het bedrijf, maar dat het gemiddelde hiervan niet een juist bedrijfsgemiddelde hoeft op te leveren. Het aantal metingen is hiervoor te beperkt. Het gemiddelde van de regio bestaat uit de metingen van alle bedrijven in de regio. De variatie van al deze metingen samen is betrouwbaar genoeg om hier conclusies aan te verbinden. Om de variatie in het slootwater te meten zouden we daarom veel liever continue de waterkwaliteit meten. Daarom starten we nu op de Koeien en Kansen bedrijven met het testen van sensoren die continue de waterkwaliteit kunnen meten.

Elk bedrijf krijgt sensor in een sloot

In 2020 is of wordt op ieder Koeien & Kansen bedrijf een sensor in een sloot geplaatst als onderdeel van het LMM-project WaterSNIP. Deze sensor meet continu de elektrische geleidbaarheid en de temperatuur van het water. Deze metingen worden geijkt met nitraatmetingen in het slootwater die deelnemende boeren nemen met behulp van test strips. Zo kan een inschatting gemaakt worden of er een relatie is tussen de elektrische geleidbaarheid en de nitraatconcentratie.