Nieuws

Afbouw derogatie dwingt tot herberekening mestplaatsing

Gepubliceerd op
13 november 2025

Tot voor twee jaar geleden kon Koeien & Kansen veehouder Hagoort gebruik gemaakt van een verruimde plaatsingsruimte stikstof uit dierlijke mest via de BES-pilot. Dat mocht, mits bodemoverschot laag bleef, er kunstmeststikstof werd ingeleverd en de ammoniakemissie niet toenam. Inmiddels is de situatie veranderd: de derogatie wordt stapsgewijs afgebouwd. Soms mede door aanwijzing als nutriënt-verontreinigd (NV)gebied, daalt de plaatsingsruimte van 200 of zelfs 190 kg N uit dierlijke mest in 2025.

Dubbele beperking

Ook bij Hagoort in Waarder is dit duidelijk merkbaar. Seizoen 2024 begon nog meer derogatie, maar met een dubbele beperking ten opzichte van eerdere jaren. Allereerst werd de BES pilot niet verlengd, waardoor de toegestane hoeveelheid stikstof uit dierlijke mest daalde van 290 kg per ha naar 230 kg per hectare. In 2025 volgt er een verdere verlaging naar 190 kg N/ha, mede door de aanwijzing van NV-gebied. Dat betekent een afname van maar liefst 35 % in twee seizoenen. Hoe ga je daar als ondernemer mee om, en wat leer je ervan?

Van geen mestafvoer naar 5000 kg N per jaar

Concreet leidde dit bij Hagoort tot een overgang van situatie zonder mestafvoer naar een verplichting om ongeveer 5000 kilogram stikstof per jaar af te voeren. Na het optimaliseren van de voersamenstelling en verlaging van de stikstofexcretie (BEX) blijft er alsnog een post over van een 4000 kg Stikstof die niet geplaatst kon worden op het eigen land.
Waar tot enkele jaren geleden de focus nog lag op de hoeveelheid mest die op het land kwam, er hoefde immers niets weg, is dat inmiddels compleet anders. Naast vragen als "Raken we de mest kwijt?’’ komt ook een nieuwe vraag op:"Hoeveel mest hou ik zelf nog over voor mijn eigen bedrijf?’’

Rekenen en bijsturen

Gedurende het afgelopen seizoen werd het steeds duidelijker voor Hagoort. De mest is gelukkig afgevoerd en elders geplaatst, maar er was wel vervelende bijkomstigheid. De gemiddelde stikstofgehalten van de mest waren lager dan het voorgaand seizoen. Daardoor moest er extra volume worden afgevoerd om desgewenste hoeveelheid stikstof af te kunnen zetten. Dat betekent opnieuw rekenen: hoeveel blijft er nu nog over, en wat betekent dit voor dit bedrijf.

Minder bemesting dan gedacht

De berekeningen lieten zien dat er, inclusief weidemest, ongeveer nog 50 m³ per ha bemest zou moeten worden, om aan de beoogde 190 kg N te kunnen komen. Na een bewust beperkte bemesting in voorjaar en een kleine gift bij de tweede snede, is er in de zomer nog een laatste deel bemest. De eerste conclusie was, dat die 50 m³ niet wordt gehaald.

Vragen voor de toekomst

Hoe komt het dat de gemiddelde gehalten aanzienlijk lager zijn dan voorgaande jaren, terwijl er nauwelijks eiwitarmer gevoerd wordt? En wat betekent dat voor de stikstofbenutting.
Ook speelt de vraag of er sprake kan zijn van een mogelijk stikstofgat. Hoe zit dat dan in elkaar en waar zou dit dan door ontstaan?
Het zijn terechte vragen die om oplossingen en antwoorden vragen, zeker in aanloop naar een fase zonder derogatie, waarin er nog minder mest geplaatst mag worden.