Project

Met precisie naar meer biodiversiteit

De biodiversiteit in Nederland staat fors onder druk. Melkveebedrijven zijn de grootste gebruiker van het landbouwareaal en kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van biodiversiteit. Het doel van dit onderzoek is om kennis en tools te ontwikkelen om biodiversiteit en precisiegraslandbeheer te integreren in een melkveebedrijf, met behoud van inkomen.

Normaal gesproken is extensivering de strategie om meer ruimte te bieden aan biodiversiteit. Dat gaat echter vaak ten koste van de voerproductie en het bedrijfsrendement. Deze PPS gaat de uitdaging aan om een forse winst op biodiversiteit te combineren met behoud van voerproductie of efficiëntieverbetering.

Inspiratie hiervoor wordt gevonden in precisielandbouw. Precisielandbouw kan maatwerk leveren voor plaats- en tijd specifiek management van bodem en gewas. Het wordt nu veelal geassocieerd met de waardevolle teelten zoals aardappels, suikerbieten en graan. Het is echter ook toepasbaar in het beheer van grasland. De inzet van precisielandbouw voor het management van bio diverse percelen met gras en kruiden is innovatief en wordt in deze PPS ontwikkeld.

Het doel van dit onderzoek is om kennis en tools te ontwikkelen om biodiversiteit en precisiegraslandbeheer te integreren in een melkveebedrijf, met behoud van inkomen. De ambitie is om op 25% van de totale bedrijfsoppervlakte biodiversiteit centraal te stellen. Op de overige 75% is ook ruimte voor biodiversiteit, maar niet als primair doel.

Met precisielandbouw neemt de productie en/of efficiëntie toe door betere (timing van) gewasverzorging en oogst. Ook kan optimaal gebruik gemaakt worden van natuurlijke processen (bv opbrengstverhoging in mengteelten). Precisielandbouw kan bijdragen aan minder middelengebruik en aan het optimaal beheren en integreren van kruidenrijk gras. Het gebruik van precisielandbouw brengt kosten met zich mee die door aanvullende inkomsten op specifieke diensten en kostenbesparingen op kunstmest, krachtvoer en extra gewasopbrengsten vereffend kunnen worden.

Er zijn drie sleutelfactoren in deze zoektocht:

  1. biodiversiteit
  2. precisietechnieken
  3. het integreren van biodiversiteit in de bedrijfsvoering

Dalende biodiversiteit

De biodiversiteit in Nederland staat fors onder druk. Het aandeel grasland (tijdelijk, blijvend en natuurlijk grasland) neemt vanaf 1980 af, maar blijft met 55% veruit de grootste van de gewassen. Het areaal blijvend grasland is sinds 1980 met ruim 38% procent afgenomen, terwijl het areaal tijdelijk grasland ruim vervijfvoudigde. In 2015 was er 1.008.000 hectare grasland, waarvan 242.000 hectare tijdelijk grasland (24%), 714.000 hectare blijvend grasland (71%) en 52.000 hectare natuurlijk grasland (5%). Melkveebedrijven en graasveebedrijven zijn de grootste gebruiker van het graslandareaal in Nederland en kunnen hierdoor een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel van biodiversiteit. De afgelopen decennia heeft met ruilverkaveling, graslandvernieuwing, verminderde weidegang en intensivering ertoe geleid dat het landschap vrij uniform is geworden.

Er is echter een kentering gaande die zich uit in herijking van de doelen van de Duurzame Zuivelketen. Daarin worden concrete doelen gesteld rond biodiversiteit. Hiernaast streeft de Duurzame Zuivelketen ook naar het behoud van weidegang, het continu verbeteren van dierenwelzijn en het klimaatneutraal ontwikkelen. Dit zorgt voor urgentie vanuit de sector. De uitdaging waar deze PPS mee geconfronteerd wordt is hoe deze ambitieuze doelstellingen rond biodiversiteit in de bedrijfsvoering van Nederlandse melkveebedrijven te integreren.

Normaal gesproken is extensivering van het graslandgebruik de strategie om meer ruimte te bieden aan biodiversiteit. Dat gaat echter vaak ten koste van de voerproductie (hoeveelheid en/of kwaliteit) en het bedrijfsrendement. Het afgelopen jaar zijn er rond innovatiecentrum Dairy Campus een aantal workshops ‘High Tech meets Biodiversity’ met diverse betrokkenen geweest om een innovatief concept te toetsen. De kernvraag daar was hoe je op bedrijfsniveau een vergelijkbare hoeveelheid gras en ruwvoer kunt produceren en tegelijkertijd 25% van het areaal gaat gebruiken om biodiversiteit te integreren. De betrokkenen zijn enthousiast en onderschrijven nut en noodzaak om dit concept verder te ontwikkelen en onder de aandacht te brengen bij melkveehouders en loonwerkers. Deze PPS gaat de uitdaging aan om een forse winst op biodiversiteit te combineren met behoud van voerproductie of efficiëntieverbetering en dit bij voorlopers te introduceren.

Klik op de afbeelding voor een vergroting van een overzicht van de projectaanpak
Klik op de afbeelding voor een vergroting van een overzicht van de projectaanpak

Wat onderzoeken we?

Deze PPS bestaat uit 3 werkpakketten:

Werkpakket 1: Vier innovatieve experimenten

1.    Weidegang met bio-diverse percelen

Weidegang neemt weer toe. De focus bij kennisontwikkeling lag het afgelopen decennium op het verhogen van de grasopname en de -productie. Met de toenemende vraag naar herstel van biodiversiteit en de invulling hiervan in de landbouw, komen er nieuwe kennisvragen rondom bio-diverse weidegang. Hierbij zoeken we naar synergiën tussen biodiversiteit, grasopname en productie. Met nieuwe technieken als drones en sensoren ontstaan er nieuwe mogelijkheden om biodiversiteit te onderzoeken en te monitoren.

Er is nog weinig kennis over de relatie tussen kruiden in het grasland om biodiversiteit te bevorderen en grasopname en beweiding. Ook is het de vraag of het voor de beweiding uitmaakt of het beter is om de kruiden aan de randen van het perceel te plaatsen of in te mengen in het hele veld ter behoud van de kruiden en of je met een combinatie van percelen met en zonder kruiden je beweiding rond kunt zetten. Inzicht in graasgedrag en opname van gras is gewenst.

In huidige beweidingssystemen wordt regelmatig tussendoor gemaaid om de ontstane bossen rondom mestplekken te verminderen. Bossen hebben potentieel een positief effect op biodiversiteit. Er wordt getoetst of uitgesteld maaien kan dienen als maatregel om biodiversiteit bij weidegang te bevorderen. Recent onderzoek laat zien dat bossen te monitoren zijn met drones. De dronebeelden brengen de mozaïek vorming op het bedrijf in kaart. De invloed op de biodiversiteit van de verschillende habitatten kan worden getoetst door de dronebeelden te vergelijken met veldmetingen aan bodemleven, insecten en vogels.

Doel
Het doel van dit deelproject is om te onderzoeken hoe biodiversiteit en weidegang samengaan. Dit willen we onderzoeken binnen een nieuw geïntroduceerd beweidingssysteem  dat toepasbaar is voor alle veehouders: het Nieuw Nederlands weiden. We willen zo binnen dit systeem niet alleen weiden met oog op grasopname en productie, maar ook een leefomgeving creëren voor kruiden, insecten en vogels. We focussen hierbij op het effect van beweidingsmanagement.

2.    Diergezondheid met kruiden en klavers

Gezondheid en veerkracht van dieren is belangrijk in de bedrijfsvoering van een melkveebedrijf om het aanbod van voer (waaronder vers gras in de wei) om te zetten in waardevolle melk. Gezonde en weerbare dieren gaan langer mee en dragen op die manier bij aan een duurzame melkveehouderij. Klavers en andere kruiden kunnen, naast hun toegevoegde waarde voor het grasland en de biodiversiteit, mogelijk ook bijdragen aan de gezondheid en de veerkracht van melkkoeien. Hier is echter nog relatief weinig onderzoek aan gedaan. Is het dan ook te onderbouwen met data en kunnen we meer inzicht krijgen in het effect van kruiden in het gras-rantsoen van melkvee op de gezondheid en de veerkracht? Kunnen we inzicht krijgen in het effect van klavers en andere kruiden op het gedrag en de gezondheid van de dieren op Dairy Campus (en mogelijk andere bedrijven zoals Eytemaheert) en kunnen we het effect van kruidenrijkgras in het rantsoen meten in de melksamenstelling? Op de Aeres Farms in Dronten vindt monitoring van graasgedrag plaats. Deze data en ervaringen worden meegenomen in dit deelproject.

Doel
Het doel van dit innovatie experiment is om inzicht te krijgen in het effect van het aanbod van bio-divers gras op de gezondheid en veerkracht van melkkoeien.

3.    Peilverhoging combineren met vaste rijpaden

Peilverhoging draagt als gevolg van vernatting bij aan de ontwikkeling naar een kruidenrijkere vegetatie. Ook boerenlandvogels hebben baat een vochtige bodem. Zo kunnen ze makkelijker insecten uit de grond halen met hun snavel. Ook leidt het tot tragere grasgroei en dus beter leefgebied om in te broeden en jongen in op te laten groeien. Peilverhoging leidt ook tot opbrengstderving. Vaste rijpaden kunnen dit mogelijk compenseren: minder bodemverdichting en minder weersafhankelijkheid bij bemesten, maaien en oogsten. In welke mate lukt met om de ruwvoerproductie constant te houden bij peilverhoging?

Doel
Het uiteindelijke doel is om middels peilverhoging de biodiversiteit van het grasland te verbeteren en om de ruwvoerproductie en kwaliteit op peil te houden door de peilverhoging te combineren met het toepassen van vaste rijpaden op een praktische manier.

4. Meer biodiversiteit door plaats specifiek bemesten van grasland

Wereldwijd, ook in Nederland, gaat de biodiversiteit zo sterk achteruit dat de fundering van onze economie wordt bedreigd, evenals voedselzekerheid en kwaliteit van leven (IPBES 2019). Landbouw is één van de oorzaken van het verlies van biodiversiteit, maar speelt tevens een belangrijke rol in het herstel van ervan (FAO 2019). Dit wordt ook onderschreven in de visie van minister Schouten op kringlooplandbouw en tevens in het Deltaplan biodiversiteitsherstel. Er is ruim 800.000 ha grasland in beheer bij melkveehouders. Hoe is op deze grote oppervlakte de biodiversiteit te verhogen via de inzet van precisielandbouw? Via sensoren (satelliet, op maaimachine, drone, op grashakselaar) is grasgroei te monitoren. Door op het juiste moment, op de juiste plek, de juiste hoeveelheid drijf/kunst/vaste mest te geven neemt de mestbenutting toe. In de akkerbouw is goede ervaring met de zogenaamde ‘olympische strategie’. Ofwel betere prestaties nog beter maken. Het optimaal verdelen van nutriënten tijdens de groei leidt tot minimale verliezen. Maar ook tot meer variatie binnen en tussen percelen. Kan deze strategie ervoor zorgen dat zowel biodiversiteit (op plekken waar minder nutriënten naar toe gaan) als productie toeneemt (op plekken waar meer nutriënten naar toe gaan)?

Doel
Ontwikkelen en toetsen van een concept voor precies bemesten van grasland voor het realiseren en onderhouden van meer biodiversiteit en het voldoende kunnen oogsten van gras en ruwvoer. Het richt zich dus op het ontwikkelen van bemesting strategieën voor percelen met verschillende botanische samenstelling.

Werkpakket 2: Innovatienetwerk van loonwerkers en melkveehouders

Herstel van biodiversiteit via de inzet van precisielandbouw gaat niet vanzelf. Dat vraag om aanpassing van de bedrijfsvoering en het machinepark. En het heeft consequenties voor zowel de melkveehouder als zijn loonwerker. Een kleine groep loonwerkers en melkveehouders experimenteert met het toepassen van precisielandbouw bij veldwerkzaamheden. Helemaal nieuw is het verbinden van biodiversiteit aan precisielandbouw. Het bij elkaar brengen op regelmatige basis van pioniers rond een specifiek onderwerp in de landbouw heeft in het verleden tot een versnelling geleid in het oplossen van knelpunten en in het organiseren van draagvlak bij de sector, het beleid en de samenleving.

Doel
Het innovatienetwerk brengt 20-25 voorlopers (loonwerkers en melkveehouders) uit heel Nederland bij elkaar om ervaringen uit te wisselen en te bespreken wat er nodig is aan innovaties, regelgeving, stimulering etc. Doel is om deze 'early adapters' blijvend aan de slag te krijgen met precisielandbouw t.b.v. meer biodiversiteit. Ook denken ze mee met het onderzoek in de PPS, dragen onderwerpen aan voor de innovatieprojecten en gaan met experimenten aan de gang. Speciale aandacht in dit innovatienetwerk is er voor de ontwikkeling om biodiversiteit en precisielandbouw voor graslandbeheer in een bedrijfsvoering te integreren. Dit afwegingskader zal in samenwerking met de deelnemers van het innovatienetwerk ontwikkeld en getest worden. Praktische, sociale, economische, persoonlijke en technische afwegingen spelen hierbij een rol. Vergelijk dit met de levensduurmatrix maar nu voor bio divers graslandbeheer.

Werkpakket 3: Proeftuin Biodiversiteit Dairy Campus

Vraag is hoe een modern melkveebedrijf – via de inzet van precisielandbouw – stapsgewijs op 25% van de totale bedrijfsoppervlakte ruimte kan maken voor biodiversiteit met gelijk blijvend inkomen en voerproductie, zonder subsidies, en tegelijkertijd integraal goed scoren op duurzaamheidsindicatoren van de Duurzame Zuivelketetn (DZK). Innovatiecentrum Dairy Campus in Leeuwarden heeft hiervoor in 2018 een strategie ontwikkeld en wil deze strategie toepassen in de vorm van een Proeftuin.

Doelen

  • Via de inzet van precisielandbouw op Dairy Campus stapsgewijs op 25% van de totale bedrijfsoppervlakte ruimte maken voor biodiversiteit. Dat vraagt om stapsgewijze en iteratieve aanpassingen in de bedrijfsvoering bij zowel Dairy Campus als bij de loonwerker. Planning, uitvoering, monitoring en bijstelling vindt plaats om het bedrijf diverser te maken met meer plantensoorten (kruidenrijk grasland). De in te zetten precisie technieken voor het beheer van de percelen worden zorgvuldig gekozen en begeleid op inpasbaarheid.
  • Dairy Campus inrichten en laten ontwikkelen als een Proeftuin voor biodiversiteit die haar ervaringen deelt via workshops/excursies/publicaties en tevens beschikbaar is voor uitvoering van innovatieprojecten.

Verwachte resultaten

  • Effect van o.a. graasgedrag, bio-diverse percelen, beweidingstrategie, maaistrategie en vee dichtheid op bosvorming en heterogeniteit percelen.
  • Welke kruiden bijdragen aan een goede grasopname en of hier patronen in te ontdekken zijn.
  • Welke beweidingssystemen, waaronder Nieuw Nederlands Weiden, zijn praktisch toepasbaar in bedrijfssystemen met een diversiteit aan bio-diverse percelen.

Achtergrondinformatie

Nieuws

Producten