Nieuws

Fosfor in krachtvoer monitoren loont

Gepubliceerd op
8 juli 2016

De gehaltes van fosfor in het krachtvoer variëren vaak licht, ook al wordt met dezelfde soort gewerkt. Het is goed om de gehalten in de gaten te houden, of zelfs bewust een iets lager P-gehalte in krachtvoer na te streven. Een vrij kleine verlaging geeft al voordeel. Bespreek dit eens met uw voeradviseur.

Werken met de KringloopWijzer is registreren achteraf en sturen in het jaar. Door de introductie van de Centrale Database Kringloopwijzer (CD-KLW) wordt sturen eenvoudiger. Door de machtigingen die u hebt afgegeven aan uw leveranciers lopen de data van uw leveranties al gedurende het jaar in de CD-KLW. U kunt dan door het jaar heen al eenvoudig inschatten hoe de voortschrijdende aanvoer is van bijvoorbeeld krachtvoer. In onderstaand voorbeeldje is van drie jaar de krachtvoeraankoop overgenomen uit de CD-KLW.

Hierin valt op dat het ruw eiwit- en fosforgehalte elk jaar iets hoger is geworden (2016 voortschrijdend).

VEM RE P
2016 963 203 4,19
2015 959 198 4,16
2014 947 195 4,08

Dit hoeft geen probleem te zijn. Krachtvoeraankoop zegt niet zo veel over het totale rantsoen. Maar als het kuilvoer er al ligt is de voeraankoop één van de weinige knoppen waar u nog aan kunt draaien om de stikstof- en fosfaatexcretie te beïnvloeden. Alle kilo’s stikstof en fosfaat die u niet aanvoert, bij gelijkblijvende VEM gehalten in het aankoopvoer, zorgen 1 op 1 voor lagere excreties.

Een voorbeeldberekening

Als u bijvoorbeeld 100 kilo fosfaat minder aanvoert vanuit krachtvoer, geeft dit ook een 100 kilo lagere excretie als alles verder gelijk blijft.

Per 1000 kilo krachtvoer is 0,1 gram/kg minder P in het krachtvoer (of ruwvoer en bijproducten per 1000 kilo droge stof) 0,229 kilo fosfaat.

Een bedrijf met 1 miljoen kilo melk en 28 kilo krachtvoer per 100 kilo melk (dus 280 ton) gaat krachtvoer gebruiken met 0,3 gram minder fosfaat in het krachtvoer. Dit is dan 0,229 * 280 * 3 = 192 kilo fosfaat. Dit levert het volgende voordeel op:

  • Als er een mestverwerkingsplicht is, is die ook 192 kilo lager (dus 192 kilo minder VVO nodig, hangt af van uw eigen situatie)
  • Voor de grondgebondenheid is ook minder grond nodig (hangt ook af van uw eigen situatie).
  • In een aantal gevallen kan nog net wel worden voldaan aan de regels voor boer-boer transport (75% van de totale mestproductie plaatsbaar op eigen grond)
  • En indien er bij fosfaatrechten gewerkt mag worden met bedrijfsspecifieke excretie scheelt dit ook 192 kilo fosfaatexcretie (globaal 4,5 melkkoeien)

Optimaliseer fosfaat in rantsoen

De meeste rantsoenen bevatten nog ruim voldoende fosfaat en lopen nog niet tegen grenzen aan. Ook de nieuwe informatie op de ruwvoeruitslagen over beschikbare fosfaat geven ruimte en zekerheid om nog verder te optimaliseren. Het is de moeite waard om dit in het overleg met uw adviseur te agenderen!