Nieuws

Beter eiwit benutten door sturen op ureum

Gepubliceerd op
13 november 2025

Op elk melkveebedrijf gaan nutriënten verloren in de kringloop. Een deel daarvan is onvermijdelijk, maar een flink deel kun je wel beperken. Een belangrijke winst is te behalen bij de eiwitbenutting in het voer. Het ureumgetal is daarbij een goede graadmeter.

Het ureumgetal in de melk is goede graadmeter voor de bepaling van de benutting van eiwit in het rantsoen. Een lager ureumgetal betekent meestal dat het eiwit in het rantsoen beter wordt benut. Blijven melkproductie en gehalten gelijk, dan heb je dus minder verliezen.

Sterke daling ureumgetal

In de loop van de tijd zijn er al grote stappen gezet. Ter illustratie: een advies van het toenmalige PR in Lelystad uit 1998 ging nog uit van afronding op 5-tallen, waarbij een ureumgetal tot 30 ‘gewoon’ was.

Picture1.png

In de huidige projecten Koe & Eiwit, Koeien & Kansen en het Netwerk Praktijkbedrijven is de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt. Deze projecten hebben actieoverzichten en praktische handleidingen ontwikkeld (zie bij meer informatie onderaan de pagina) waarmee melkveehouders gericht kunnen sturen op een lager ureumgetal.

In onderstaande grafiek staan de resultaten van de onderzoek en demonstratiebedrijven van het Netwerk Praktijkbedrijven. De ureumgehaltes zijn gemiddeld 3 punten gezakt, met behoud van melkproductie (in 2024 met blauwtong!), behoud van eiwitgehalte en lichte stijging van het vetgehalte.

Uit de resultaten uit deze projecten blijkt dat het ruw eiwitgehalte (RE) in het rantsoen flink omlaag kan, zonder dat het negatieve effecten heeft op de productie, gehalten en diergezondheid.

Het ureumgetal in de melk dient als een goede indicator om te zien of de aanpak werkt. Let wel: slechts 0,5 % (0,3 – 0,7%) van het ureum komt in de melk, de rest verdwijnt in de urine.

Aan de slag

De stalperiode is ideale tijd om zaken uit te proberen en grenzen op te zoeken. De kwaliteit van het ruwvoer is stabiel en bekend, en de opname is goed te volgen en externe factoren, zoals hittestress, spelen geen rol.

Gebruik één van de bestaande handleidingen uit de projecten Koe & Eiwit en Netwerk praktijkbedrijven. Kijk, kritisch naar je huidige rantsoen en vertrouw op je koeien, ze liegen niet.

Wanneer alle waarnemingen positief zijn, is een laag ureumgetal het resultaat van een hogere eiwitbenutting.

Plan van aanpak

  • Start met een rantsoenberekening: wat is het huidige RE gehalte (incl. NH3)?
  • Streef naar < 150 gram RE/kg DS, zolang melkproductie en gehalten stabiel blijven. Het gewenste energieniveau = > 970 VEM/kg DS.
  • Zorg voor een evenwichtige verdeling binnen de veestapel; vers afgekalfde koeien mogen iets lager in RE zitten dan de oudmelkte koeien, mits er voldoende energie is.

Resultaten uit de verschillende projecten laten zien dat een lager RE-gehalte in het rantsoen mogelijk is. Dit betekent minder verliezen en een beter sluitende kringloop.

Bovendien is energie goedkoper dan eiwit, dus is het financieel ook aantrekkelijk. Helemaal nu bij de sterk dalende melkprijzen!

Meer informatie

Over de KringloopWijzer

De KringloopWijzer geeft de melkveehouder inzicht in zijn milieu- en klimaatprestaties op zijn bedrijf, waardoor hij/zij nog beter kan sturen op de benutting van mineralen. De rekenregels van deze tool zijn wetenschappelijk onderbouwd en de ontwikkeling ervan wordt gefinancierd door het ministerie van LNV en ZuivelNL. Het beheer van de Centrale Database van de KringloopWijzer ligt bij ZuivelNL