Nieuws

Doorzaaien grasland biedt perspectief voor de sector

Gepubliceerd op
25 maart 2022

Veehouders op kleigrond kunnen met doorzaai het aandeel Engels raaigras in de zode met 10 procentpunt verhogen. Dat blijkt uit een studie van Herman de Boer en Henk Schilder, verbonden aan Wageningen University & Research.

Ploegen en geheel vernieuwen van grasland is duur voor veehouders. Het levert verlies van bodemvruchtbaarheid en hogere emissies naar het milieu op. “Daarom was onze onderzoeksvraag of doorzaai mogelijkheden biedt om grasland langer productief te houden en herinzaai en grondbewerking uit te stellen”, zegt Herman de Boer. Het blijkt dat de condities waaronder en de methode waarop grasland doorgezaaid wordt sterk van invloed zijn op het succes van de teeltmaatregel.

“De belangrijkste conclusie die wij trekken uit het onderzoek is dat je voor succesvol doorzaaien het moment moet kiezen en dan methodisch te werk moet gaan. Houd je je aan de afgegeven richtlijnen, dan is het mogelijk om het aandeel Engels raaigras in de zode met 10 procentpunt te verhogen. Mogelijk kan dat vaker dan eenmalig. In essentie werkt het”, aldus De Boer.

Vochtgehalte moet voldoende zijn

De belangrijkste voorwaarde voor succes is volgens de onderzoekers dat het vochtgehalte bij doorzaai voldoende is. Verder moet het zaad goed bedekt worden en is narollen met een Cambridge-rol noodzakelijk als de zaaisneden deels open blijven staan.

De onderzoekers zien de maand september als meest gunstige moment voor de doorzaai, mits de bodemcondities goed zijn en er neerslag volgt. Ze raden vooraf kort afmaaien van het perceel aan. Voorafgaand eggen bij drogend weer geeft extra ruimte voor de kiemplanten en draagt daarmee bij aan het succes.

Ruw beemdgras

Op de kleigrond, onder andere op Dairy Campus Leeuwarden, waar De Boer en Schilder de doorzaaiproef deden is ruw beemdgras de dominante, ongewenste soort. Uit de proef blijkt echter dat deze soort bij maaien een goede productie en voederwaarde heeft op deze grondsoort. Op zandgrond kan de productie echter wel flink teruglopen, vanwege een mindere beworteling.

De Boer en Schilder deden hun onderzoek in de periode van 2016 tot 2020 binnen de Publiek-Private Samenwerking (PPS) Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw. De onderzoeksresultaten en aanbevelingen staan beschreven in het in januari 2022 verschenen rapport ‘Doorzaaien met Engels raaigras ter vervanging van ruw beemdgras in grasland op kleigrond'. Vervolgonderzoek richt zich op de mogelijkheden van doorzaai op zand, waar straatgras vaak de kwaliteit van de zode verlaagt. In de PPS werken onderzoekers samen met graszaadbedrijven. Zij gebruiken de resultaten in hun advies naar klanten.