Nieuws

Minder melkopbrengst, maar lagere kosten bij duurmelken

Gepubliceerd op
16 juli 2021

Recente resultaten van de duurmelkstudie op Dairy Campus binnen het project ‘Lactatie op Maat’ laten zien dat het verlengen van de vrijwillige wachttijd na afkalven tot inseminatie (VWP) van 50 naar 200 dagen resulteerde in minder opbrengst voor melk en kalveren, maar ook in minder kosten voor voer en inseminaties.

Tussen 2017 en 2020 voerden de onderzoekers een praktijkproef op Dairy Campus uit met 154 koeien die toegewezen waren aan een VWP van 50, 125 of 200 dagen. Dat resulteerde in een gemiddelde tussenkalftijd van 380, 452 of 498 dagen. Uit dit onderzoek bleek dat de melkproductie voor vaarzen gelijk was voor de 3 groepen. De oudere koeien met een VWP van 200 dagen realiseerden minder melk per dag tussenkalftijd, maar werden sneller drachtig na einde van de VWP. Uit de recente rapportage blijkt dat deze lagere melkproductie inderdaad gerelateerd is aan lagere melkopbrengst, maar ook lagere voerkosten, en de langere lactatie resulteert in minder kosten voor inseminaties en een lagere opbrengst van kalveren.

Minder droogzettergebruik

In het onderzoek is ook gekeken naar het effect op uiergezondheid. Zowel voor meerderekalfs als voor eerstekalfs koeien had de lengte van de VWP geen effect op het aantal gevallen met klinische mastitis per lactatie of per jaar. Wel hadden meerderekalfskoeien met een VWP van 125 dagen gemiddeld een hoger celgetal dan meerderekalfs koeien met een VWP van 50 dagen. Een hoger celgetal werd niet waargenomen bij de groep met een VWP van 200 dagen.

Op jaarbasis resulteerde het verlengen van de VWP in een lager droogzettergebruik bij meerderekalfs koeien. In de eerste 6 weken van de volgende lactatie was het celgetal hoger voor koeien na een VWP van 200 dagen dan voor koeien met een VWP van 50 dagen, wat mogelijk gerelateerd is aan het lagere droogzettergebruik in deze groep. 

Biest en kalveren

Het verlengen van de VWP van 50 naar 125 of 200 dagen had geen gevolgen voor de biestkwaliteit na het volgende afkalfmoment. Er was geen verschil in geboortegewicht van de vaarskalveren, wel was er een tendens voor minder groei bij kalveren van koeien met een VWP van 200 dagen, in vergelijking met VWP van 50 of 125 dagen. Door het verschil in lactatielengte tussen de VWP groepen, werden de kalveren in verschillende seizoenen geboren, wat mogelijk ook bijdraagt aan het verschil in groei.

Levensduur

Binnen het project ‘Lactatie op maat’ onderzochten de onderzoekers ook de afvoercijfers van 11 melkveebedrijven die bewust lactaties verlengen. Een langere TKT was op deze bedrijven geassocieerd met een langere levensduur en met een langere laatste lactatie. ‘Hoog celgetal/ Mastitis’ was de meest voorkomende afvoerreden voor alle TKT lengtes, maar de tweede reden was ‘Lage productie’ bij dieren met een TKT <400 dagen, en ‘Vruchtbaarheid’ bij dieren met een TKT van >400 dagen.

Achtergrond

Het project ‘Lactatie op Maat’ wordt gefinancierd door ZuivelNL en het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit. CRV levert  een bijdrage aan de praktische vertaling en levering van gegevens. Parallel aan de proef op Dairy Campus is er ook een netwerk veehouders welke zich bezig houdt met ‘Duurmelken’.