Nieuws

Vanggewas op tijd onderwerken om stikstof te benutten

Gepubliceerd op
11 maart 2019

Door de vroege oogst van de snijmaïs en de warme herfst in 2018 is op de meeste plaatsen een bovengemiddeld goed ontwikkeld vanggewas gegroeid. Het is zaak het vanggewas nu zo snel mogelijk onder te werken waardoor de vertering op gang kan komen, zodat de stikstof tijdig beschikbaar komt voor de maïs.

In  de wortels en met name in het blad van de groenbemester is stikstof vastgelegd. Om deze stikstof te kunnen benutten moet de groenbemester worden vernietigd waardoor de vertering van de plantenresten kan beginnen en de stikstof geleidelijk vrij kan komen. Hier is tijd voor nodig; na ongeveer 3 maanden is de stikstofbeschikbaarheid maximaal. Door op tijd, liefst voor half maart, uiterlijk 1 april, de groenbemester aan te pakken komt de stikstof op tijd beschikbaar voor het nieuwe gewas. Per 10 cm gewashoogte kunt u 20 kg korten op de stikstofgift.

Nadelen van langer later staan

Langer laten staan van de groenbemester levert weliswaar meer massa op, maar het heeft een aantal nadelen:

  • De stikstof uit het vanggewas komt te laat beschikbaar, waardoor minder op de bemesting van het volggewas kan worden bespaard en het risico op nitraatuitspoeling in de herfst groter is.
  • Het vanggewas gebruikt vocht uit de bouwvoor wat niet meer beschikbaar is voor de maïs. Op de minder vochthoudende gronden kost dit maïsopbrengst.
  • Het vanggewas groeit wel door, maar neemt weinig stikstof op omdat de bouwvoor na de winter weinig beschikbare stikstof oplevert. Hierdoor neemt de C/N verhouding van het gewas toe en duurt het langer voordat deze na vernietigen verteerd is.

Hoe vernietigen

Om de mineralisatie goed op gang te laten komen dient het vanggewas goed verkleind en gemengd met de toplaag  te worden, zeker bij een massaal gewas verdient dit extra aandacht. Ook is het aan te raden de  bovengrondse delen van de wortels te scheiden.

Frezen met een hakenfrees is een goede methode, maar vergt veel tijd en kost wat meer brandstof. Een schijveneg of een cultivator met brede scharen en schijven werkt sneller, Bij  een massaal gewas zal eerst het gewas verkleind moeten worden met bijvoorbeeld een klepelmaaier. Let er wel op bij  dit soort machines dat niet alle planten over de volledige werkbreedte worden afgesneden. Daardoor kunnen teveel planten weer uitlopen. Natuurlijk kan het gewas ook worden doodgespoten met glyfosaat; probeer het gebruik hiervan te vermijden.

Hoeveel N besparen

Per 10 cm gewashoogte kan tot 20 kg N bespaard worden. Doordat het vanggewas de stikstof uit de bouwvoor opneemt is de N min voorraad aan het begin van het seizoen ongeveer 10 kg lager. Bij een vanggewas van 20 cm kan dus 2 x 20 kg = 40 kg N gerekend worden – 10 kg lagere N voorraad = 30 kg besparing op de bemesting van het volggewas. In paragraaf 1.4 van de Adviesbasis van de Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen (CBGV) vindt u meer informatie over de nalevering van ondergeploegde gewassen en gewasresten.

Oogsten vanggewas

Gezien de krappe ruwvoervoorziening overwegen een aantal veehouders om het vanggewas te oogsten. Als u hiervoor kiest, geldt oogsten uiterlijk begin april om te voorkomen dat de maïs te laat gezaaid kan worden en er te veel vocht wordt verbruikt door de groenbemester. Eind april moet de maïs er al weer in! Pas op bij het oogsten dat er te veel zand wordt meegemaaid, dit gaat ten koste van de voederwaarde. Hoe egaler het zaaibed bij de zaaibedbereiding afgelopen jaar voor de inzaai van het vanggewas was, hoe minder kans op zand in het voer. Daarom heeft oogsten niet de voorkeur. Indien u het vanggewas wel oogst kunt u voor de bemesting het advies voor continu maïs aanhouden zonder vanggewas.