Nieuws

Veevervanging 2016 in Nederland op gemiddeld niveau

Gepubliceerd op
25 april 2018

De vervanging van de melkveestapel in 2016 was met 29% op een herkenbaar Nederlands melkveebedrijf vrij gemiddeld ten opzichte van andere belangrijke zuivellanden. Dit niveau is vergelijkbaar met het vervangingspercentage in Duitsland. Maandelijks publiceren we een specifiek kengetal. Deze maand ligt de focus op het vervangingspercentage van de veestapel.

Het vervangingpercentage op een gemiddeld melkveebedrijf was in 2016 29 procent. Met dit percentage is het Nederlands melkveebedrijf vrij gemiddeld ten opzichte van andere belangrijke zuivellanden. Het vervangingspercentage bij de Duitse veehouders ligt op een vergelijkbaar niveau. Het typische Franse bedrijf zit met 31% net iets hoger. Binnen Europa is de jaarlijkse vee-vervanging op Deense bedrijven hoog met meer dan 40%. Op het typische Ierse melkveebedrijf gaan de koeien veel langer mee: ongeveer 20% van de veestapel wordt jaarlijks vervangen.

In Australiƫ en Nieuw Zeeland ligt de vee-vervanging op de melkvee bedrijven iets lager dan in Nederland. Deze ligt namelijk tussen de 25 en 30 procent, net als in Nederland. In de Verenigde Staten ligt het niveau, net als in Denenmarken, iets boven de 40%. Van alle belangrijke zuivellanden heeft het typische melkveebedrijf in Argentiniƫ het hoogste vervangingspercentage: 44% van alle koeien wordt hier jaarlijks vervangen door vaarzen.

Verwachte daling vervangingspercentage

Vanwege het fosfaatreductieplan en het stelsel van fosfaatrechten kan de situatie na 2016 wel wat veranderd zijn voor Nederland. Mogelijk is het vervangingspercentage van het typische Nederlandse melkveebedrijf wat gedaald.

Figuur 1: Vervangingspercentage veestapel in 2016.
Figuur 1: Vervangingspercentage veestapel in 2016.