Project

Droogstand op maat

Onderzoekers van Wageningen Universiteit en Researchcentrum en Universiteit Utrecht zijn gestart met een onderzoek naar de optimale droogstandsstrategie bij melkvee. Het doel van het project ’Droogstand op Maat’ is om droogstandsstrategieën te optimaliseren en toepasbaar te maken voor de Nederlandse melkveehouderij. De individuele benadering van de koe staat daarbij centraal.

‘Droogstand op Maat’ is het vervolg op het onderzoeksproject WHY DRY. Binnen WHY DRY is het effect onderzocht van droogstandslengte (0, 30 of 60 dagen) op de melkproductie, energiebalans, koegezondheid, vruchtbaarheid, kalvergroei en het netto bedrijfsresultaat. De eerste resultaten laten zien dat een verkorte droogstandsstrategie interessant kan zijn voor specifieke koeien en bedrijven. ‘Droogstand op Maat’ richt zich op de optimale toepassing van een verkorte droogstand en onderzoekt de gevolgen voor zowel het individuele dier (rantsoen, welzijn, gezondheid), als het bedrijf (winstgevendheid) en de keten (milieu, antibioticagebruik). Het eerste experiment binnen dit project is voorjaar 2014 gestart op Dairy Campus in Lelystad.

Verschuiving energiebehoefte

In de huidige melkveehouderij is een droogstandsperiode voor afkalven van 6 tot 8 weken gangbaar. Deze droogstandsperiode resulteert in een maximale melkproductie in de volgende lactatie. Het begin van de lactatie gaat ook gepaard met veel gezondheidsproblemen. Dit wordt voor een belangrijk deel toegeschreven aan de negatieve energiebalans. Dit heeft als gevolg uitval van koeien en verhoogd antibioticagebruik. Resultaten van WHY DRY laten zien dat door het verkorten of weglaten van de droogstand de melkproductie voor een deel verschuift van deze kritische periode direct na afkalven naar de periode vóór afkalven, wanneer de koe juist gemakkelijk in haar energiebehoefte kan voorzien. Dit resulteert in een sterke verbetering van de energiebalans in het begin van de lactatie, maar het kost ook melk. Het melkproductieverlies varieert echter aanzienlijk tussen koeien. De verwachting van de onderzoekers van ‘Droogstand op Maat’ is dat productieverliezen beperkt kunnen worden door rantsoenaanpassingen en door een individuele benadering van de koe. Daaronder valt ook een individueel advies ten aanzien van het gebruik van droogzetters. Uiteindelijk zal de afweging voor een droogstandsstrategie ook afhankelijk zijn van het economisch resultaat en mogelijk ook de milieu-impact. Ook deze aspecten worden binnen ‘Droogstand op Maat’ in beeld gebracht. Het project zal koe-specifieke droogstandsstrategieën op bedrijven ondersteunen via een beslisboom, uitgevoerd in een mobiele app die beschikbaar komt voor Nederlandse veehouders. ‘Droogstand op Maat’ zal daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan verbeteren van gezondheid en welzijn van melkvee, minder medicijn- en antibioticagebruik, en beter bedrijfsresultaat.

Netwerk

‘Droogstand op Maat’ is onderdeel van de Publiek-Private-Samenwerking ‘Duurzame Zuivelketen’, en is gefinancierd door ZuivelNL en het ministerie van Economische Zaken. Naar aanleiding van ‘Droogstand op Maat’ wordt ook een netwerk van melkveehouders georganiseerd, waarmee intensief informatie uitgewisseld zal worden ten aanzien van praktijkervaringen en onderzoeksresultaten. 

Achtergrondinformatie

Nieuws

Producten